3.
In de geïntegreerde webserver van de printer selecteert u het tabblad Setup (Instellen) en vervolgens
Scan to network (Scannen naar netwerk). Zie
U kunt ook in de HP Utility het tabblad Settings (Instellingen) selecteren en vervolgens Scan to network
(Scannen naar netwerk). Zie
4.
Op de pagina Scannen naar netwerk klikt u op Add folder details (Mapdetails toevoegen), en vult u de
verschillende velden in.
Protocol kan FTP of CIFS zijn (Windows).
●
Type map kan openbaar of privé zijn. Het type map wordt zowel in de geïntegreerde webserver als
●
op het voorpaneel weergegeven door middel van een pictogram. Wanneer u een persoonlijke map
selecteert, moet u een wachtwoord invoeren op het voorpaneel.
Aliasnaam wordt weergegeven op het voorpaneel wanneer u de scanbestemming kiest. Deze kan
●
afwijken van de netwerk- of FTP-mapnaam.
Stel deze netwerkbestemming in als standaard. Als u de HP DesignJet SmartStream hebt
●
geïnstalleerd, verschijnt de optie voor het instellen als een bestemming. Zie
op pagina
Servernaam moet de netwerknaam van de externe computer bevatten.
●
Mapnaam moet de sharenaam van de map bevatten.
●
Gebruikersnaam moet de naam van de 'scannergebruiker' bevatten.
●
Gebruikerswachtwoord moet het wachtwoord van de 'scannergebruiker' bevatten.
●
Domeinnaam moet de naam van het domein bevatten waarin de gebruikersnaam bestaat. Als de
●
'scannergebruiker' niet tot een domein behoort, laat u dit veld leeg.
22
Hoofdstuk 3 De printer instellen
De HP Utility openen op pagina
181.
Geïntegreerde webserver openen op pagina
46.
46.
HP SmartStream
NLWW