OPMERKING:
toegepast op de huidige taak en niet permanent opgeslagen. U kunt een quickset permanent wijzigen
door op
(Quicksets voor afdrukken, scannen en kopiëren), en op Copy quicksets (Quicksets voor kopiëren).
5.
Als u tevreden bent met de quickset-instellingen, drukt u op Copy (Kopiëren) om te beginnen met
kopiëren.
6.
Als er twee rollen zijn geladen, dan kunt u kiezen om op één van beide rollen af te drukken of u kunt de
printer automatisch laten kiezen.
OPMERKING:
dat te doen.
7.
Terwijl de gescande afbeelding wordt afgedrukt, kunt u een andere bewerking uitvoeren: u hoeft niet te
wachten tot het afdrukken is voltooid.
8.
Na het afdrukken vraagt de printer of u nog een ander document wilt kopiëren. Als u een andere
document plaatst zonder terug te gaan naar het beginscherm, zal het met dezelfde instellingen worden
gekopieerd als de vorige taak.
OPMERKING:
scanner standaard de schuinte automatisch proberen te corrigeren. Om deze automatische correctie uit te
schakelen drukt u op
(Quicksets voor afdrukken, scannen en kopiëren) > Copy quicksets (Quicksets voor kopiëren) De-skew
(Schuinte corrigeren) > Off (Uit).
96
Hoofdstuk 10 Kopiëren
Als u een quickset bewerkt tijdens dit proces, worden de gewijzigde instellingen alleen
(Instellingenpictogram), te drukken en vervolgens op Print, Scan & Copy quicksets
De printer zal automatisch het beeld 90° draaien indien het papier kan besparen door
Als het originele document scheef in de scanner is geplaatst (niet recht geladen), zal de
(Instellingenpictogram) en vervolgens op Print, Scan & Copy quicksets
NLWW