3.
Plaats de inktpatroon in zijn sleuf: fotozwart, grijs, en matzwart aan de linkerkant; cyaan, magenta en
geel aan de rechterkant.
4.
Duw de cartridge stevig in de houder totdat de cartridge op zijn plaats klikt. U hoort een piep en ziet een
bevestiging dat de cartridge is geplaatst.
Als u problemen ondervindt, gaat u naar
5.
Wanneer alle patronen zijn geplaatst, sluit u de deur.
6.
Op het voorpaneel verschijnt de bevestiging dat alle patronen correct zijn geplaatst.
Het is weliswaar mogelijk inktpatronen of patronen van een andere leverancier dan HP te gebruiken, maar
deze optie kent verschillende ernstige nadelen: Misschien is het niet mogelijk om met voldoende
nauwkeurigheid het inktniveau of de status van gebruikte, opnieuw gevulde of vervalste inktcartridges te
bepalen. Alle service of reparatie aan de printer als gevolg hiervan valt niet onder de garantie. Systeeminkt
uitbotten, kleurkalibratie en uitlijning van de printkop zijn aanbevolen. Als u problemen met de
afdrukkwaliteit ervaart, adviseert HP over te stappen op originele HP-inkt.
NLWW
Kan inktpatroon niet plaatsen op pagina
239.
Een inktpatroon plaatsen 151