Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Printer Aan Uw Netwerksysteem Toevoegen; Uw Printer Met Het Internet Verbinden; Client-Server Afdrukken; Unix- Of Linux-Systemen - HP DesignJet T3500 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Nadat de printer met netwerkinstellingen is geconfigureerd, worden de configuratiewaarden opgeslagen en
onderhouden, ook nadat deze opnieuw wordt in- en uitgeschakeld.

De printer aan uw netwerksysteem toevoegen

Wanneer de printer is geconfigureerd voor een juiste werking op uw netwerk, kunt u vervolgens de printer
toevoegen op elke computer die afdruktaken er rechtstreeks naartoe verzendt. Om de printer toe te voegen
aan uw systeemconfiguratie, moet u installatiesoftware van de netwerkprinter voor uw systeem gebruiken.
Het is aanbevolen dat u de HP Start-Up Kit DVD gebruikt die bij uw printer werd geleverd.

Uw printer met het internet verbinden

Om de volledige functies van uw printer te benutten, moet deze worden verbonden met internet. De meeste
onbeheerde netwerken zijn rechtstreeks verbonden met internet. Sommige netwerken vereisen echter een
webproxy. Een proxy is een server die fungeert als tussenstap tussen computers op uw lokaal netwerk en
servers op internet. Voordat u de printer installeert, controleert u of het netwerk een webproxy vereist.
Om dit te controleren, opent u Internet Explorer of Safari op om het even welke computer in uw netwerk en
bladert u naar de website http://hp.com. Als u geen verbinding kunt maken met hp.com, heeft uw netwerk
geen toegang tot internet en moet u uw IT-leverancier contacteren om de internettoegang te configureren.
Als u verbinding kunt maken met hp.com, kunt u de browserinstellingen voor de proxy-configuratie als volgt
controleren:
Voor Internet Explorer gaat u naar Tools (Extra) > Internet Options (Internetopties) > Connections
Verbindingen) > Local Area Network (LAN) Settings (LAN-instellingen). U hebt geen webproxy nodig als
het vakje Use a proxy server box (Proxy server gebruiken) niet is aangevinkt in het vensterdeel Proxy
server (Proxyserver). Als het wel is aangevinkt, noteert u de adres- en poortinstellingen in het
hoofdvenster, of in het HTTP-deel van het venster Geavanceerde instellingen.
Voor Safari gaat u naar Preferences (Voorkeuren) > Advanced (Geavanceerd) > Proxies (Proxy's) >
Change Settings (Instellingen wijzigen). Als het vakje Webproxy (HTTP) niet is aangevinkt, hebt u geen
webproxy nodig. Als het wel is aangevinkt, noteert u de naam (voor de ":") en de poort (na de ":") van de
webproxyserver.
Proxyservernamen worden meestal geschreven als 'proxy.mycompany.com' en de proxypoort is
meestal 80, maar de details zijn afhankelijk van het netwerk.
Als u niet in staat bent om te bepalen of u een webproxy nodig heeft of als u niet weet hoe u deze
configureert, raadpleegt u uw netwerkbeheerder of internetprovider. In geval van twijfel heeft uw
waarschijnlijk geen webproxy nodig.

Client-server afdrukken

Nadat u de printer hebt ingesteld, moet u uw netwerkclients instellen om er toegang tot te krijgen. De
procedures zijn afhankelijk van de beschikbare hulpprogramma's voor uw bepaalde clients en
besturingssysteem van het netwerk.
Zie de documentatie en help geleverd bij uw besturingssysteem voor meer informatie.

UNIX- of Linux-systemen

De printer ondersteunt bewerkingen met UNIX- of Linux-systemen via een netwerk. Gebruik de
hulpprogramma's van het systeem om de printer te installeren. Zie
voor meer informatie.
36
Hoofdstuk 4 Netwerkconfiguratie
http://www.hp.com/support/net_printing
NLWW

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave