Een afdruk opnieuw schalen
U kunt een afbeelding met een bepaalde grootte naar de printer verzenden maar de printer de opdracht
geven deze te schalen (doorgaans om de afbeelding groter te maken). Deze functie kan nuttig zijn:
Als uw software geen grote formaten ondersteunt
●
Als het bestand te groot is voor het geheugen van de printer. In dat geval kunt u het papierformaat in de
●
software verkleinen en vervolgens via het voorpaneel weer vergroten.
U kunt een afbeelding op de volgende manieren schalen:
In het dialoogvenster van de Windows-driver: ga naar het tabblad Layout/Output (Indeling/uitvoer)
●
en kijk naar het gedeelte Resizing Options (Formaatwijzigingsopties).
Met de optie Print document on (Document afdrukken op) past u het formaat van de afbeelding
◦
aan het paginaformaat aan dat is geselecteerd. Als u bijvoorbeeld het papierformaat ISO A2 hebt
geselecteerd en u een A3-afbeelding afdrukt, wordt deze vergroot tot de afmetingen van de A2-
pagina. Als u het papierformaat ISO A4 hebt geselecteerd, verkleint de printer een grotere
afbeelding tot A4-afmetingen.
De optie % of actual size (percentage van werkelijke formaat) vergroot het afdrukbare gebied van
◦
het oorspronkelijke papierformaat (de pagina met aftrek van de marges) met het aangegeven
percentage en voegt vervolgens de marges toe om het formaat van het uitvoerpapier te maken.
In het Mac OS X-afdrukvenster (niet-PostScript-printers): selecteer het deelvenster Paper Handling
●
(Papierbehandeling), gevolgd door Scale to fit paper size (Schalen voor papierformaat) en selecteer het
papierformaat waarop u de afbeelding wilt schalen. Als u de afbeelding groter wilt maken, zorg er dan
voor dat het vakje Scale down only (Alleen kleiner maken) niet is geactiveerd.
In het Mac OS-afdrukvenster (PostScript PS): Selecteer het paneel Finishing (Afwerken), dan Print
●
document on en selecteer het papierformaat waarnaar u de afbeelding wilt vergroten of verkleinen. Als
u bijvoorbeeld het papierformaat ISO A2 hebt geselecteerd en u een A3-afbeelding afdrukt, wordt deze
vergroot tot de afmetingen van de A2-pagina. Als u het papierformaat ISO A4 hebt geselecteerd,
verkleint de printer een grotere afbeelding tot A4-afmetingen.
Op de pagina voor taak indienen van de geïntegreerde webserver: selecteer Advanced settings
●
(Geavanceerde instellingen) > Resizing (Grootte wijzigen).
Met de opties Standard (Standaard) en Custom(Aangepast) wordt het afbeeldingsformaat
◦
aangepast aan het standaard- of aangepast papierformaat dat u hebt geselecteerd. Als u
bijvoorbeeld het papierformaat ISO A2 hebt geselecteerd en u een A4-afbeelding afdrukt, wordt
deze vergroot tot de afmetingen van de A2-pagina. Als u het papierformaat ISO A3 hebt
geselecteerd, verkleint de printer een grotere afbeelding tot A3-afmetingen.
Met de optie % of actual size (percentage van werkelijke formaat) wordt het afdrukbare gebied
◦
van het oorspronkelijke papierformaat (de pagina met aftrek van de marges) vergroot met het
aangegeven percentage en worden vervolgens de marges toegevoegd om het formaat van het
uitvoerpapier te maken.
●
Via het voorpaneel: Druk op het pictogram
configuration (Standaardafdrukinstellingen) > Paper options (Papieropties) > Resize (Formaat
wijzigen).
Als u op één vel afdrukt, moet u ervoor zorgen dat de afbeelding op het vel past, omdat deze anders wordt
afgesneden.
De verwerking van overlappende lijnen wijzigen
OPMERKING:
80
Hoofdstuk 8 Afdrukken
Dit onderwerp is alleen van toepassing als u een taak vanaf HP-GL/2 afdrukt.
(Instellingen) en vervolgens op Default Printing
NLWW