Nr.
FBG
Naam
250
PI controller
251
P-gain
252
I-component
253
PI actual value mode
(tot firmware .12)
254
PI actual value scaling (tot .12)
255
PI actual value offset (tot .12)
3__
Motor parameters
Pas met deze parametergroep de regelaar aan de motor aan.
30_ / 31_
Limits 1 / 2
300 / 310
Start/stop speed 1 / 2
2
1
AUTO
301 / 311
Minimum speed 1 / 2
2
1
AUTO
302 / 312
Maximum speed 1 / 2
2
1
AUTO
Systeemhandboek V2 – MOVITRAC
Toelichting bij de parameters
Omschrijving
0 / Off
PI-regelaar uitgeschakeld.
1 / Normal
PI-regelaar normaal ingeschakeld.
2 / Inverted
PI-regelaar geïnverteerd ingeschakeld.
Instelbereik 0 ... 1 ... 64
Instelbereik 0 ... 1 ... 2000 [s]
1 / 10 V, referentie maximumtoerental
5 / 0 ... 20 mA, referentie maximumtoerental
6 / 4 ... 20 mA, referentie maximumtoerental
7 / 0 ... 10 V, n-referentie
8 / 0 ... 20 mA, n-referentie
9 / 4 ... 20 mA, n-referentie
0,1 ... 1,0 ... 10,0
0,0 ... 100,0 [%]
Instelbereik 0 ... 150 [rpm]
Als het toerentalsetpoint boven het start-/stoptoerental ligt, wordt met het start-/
stoptoerental vrijgegeven. De overgang naar het toerentalsetpoint vindt plaats
met de actieve toerentalintegrator. Als het toerentalsetpoint onder het start-/
stoptoerental ligt, wordt het setpoint onmiddellijk actief.
Bij de bedrijfssoort VFC & hijswerk wordt altijd met het nominale motorslipftoe-
rental vrijgegeven.
Het start-/stoptoertental wordt bij de inbedrijfstelling ingesteld op het halve
nominale sliptoerental van de aangesloten motor.
Bij de uitvoering van een stopcommando bepaalt deze instelling ook het
kleinste toerental, waarbij dan de stroominjectie in de motor wordt uitgescha-
keld of de na-magnetisatie geactiveerd wordt en de rem invalt.
Instelbereik 0 ... 15 ... 5500 [rpm]
De waarde van het toerental, die ook bij setpoint-instelling nul niet lager kan
worden. Het minimumtoerental is ook geldig als n
Let op:
•
Bij geactiveerde hijswerkfunctie is het kleinste toerental 15 rpm, ook als
n
lager werd ingesteld.
min
•
Om de eindschakelaar ook met lagere snelheden te kunnen verlaten, is
n
niet actief als de hardware-eindschakelaar bereikt is.
min
Instelbereik 0 ... 1500 ... 5500 [rpm]
Een opgegeven setpoint kan de hier ingestelde waarde niet overschrijden.
Als u n
> n
min
mumtoerental en het maximumtoerental.
In de bedrijfssoort VFC en VFC + DC-BRAKE mag u als maximumtoerental,
afhankelijk van het aantal polen, de volgende waarden invoeren:
•
2-polig: maximaal 5500 rpm
•
4-polig: maximaal 4000 rpm
•
6-polig: maximaal 2600 rpm
•
8-polig: maximaal 2000 rpm
Bij invoer van hogere waarden verschijnt mogelijk fout 08 Toerentalbewaking.
Bij het verrichten van de inbedrijfstelling zet de regelaar het maximumtoerental
automatisch op het knikpunttoerental.
®
B
Parameters
instelt, geldt de in n
ingestelde waarde voor het mini-
max
max
n
kVA
f
i
P
Hz
< n
is ingesteld.
min
start / stop
5
97