n
kVA
Parameters
5
f
Toelichting bij de parameters
i
P
Hz
Nr.
FBG
Naam
44_
Imax signal (in voorbereiding)
440
Hysteresis
441
Delay time
442
Signal = "1" when
45_
PI controller reference signal (zie Projectconfiguratie / PI-regelaar / referentiemelding)
Deze parameters bepalen of en hoe de PI-referentiemelding aanspreekt.
450
PI actual value reference
451
Signal = "1" when
5__
Monitoring functions
50_
Speed monitoring 1 / 2
De aandrijving bereikt de door het setpoint gevraagde toerental alleen als zij een voldoende koppel heeft. Als de regelaar P303 Current
limit bereikt, gaat deze ervan uit dat hij het gevraagde toerental niet bereikt. Als de regelaar langer dan P501 Delay time de stroom-
grens overschrijdt, spreekt de toerentalbewaking aan.
500 / 502
Speed monitoring 1 / 2
501 / 503
Delay time 1 / 2
2
1
54_
Gear unit / motor monitoring (in voorbereiding)
Met deze parameters kan de reactie worden ingesteld die bij een probleem aan de motor of reductor wordt geactiveerd. Hiervoor
moeten de binaire ingangen overeenkomstig worden geprogrammeerd. De foutreacties worden in de regelaartoestand Controller
inhibit of No enable geactiveerd.
De meldingen aan de binaire ingangen worden met een tijdconstante van 10 s gefilterd. Het signaal moet dus minstens 10 s op de
ingang staan.
Reactie
Omschrijving
No response
Er wordt noch een fout weergegeven noch een foutreactie uitgevoerd. De gemelde fout wordt volledig genegeerd.
Display error
De fout wordt weergegeven en de storingsuitgang wordt geactiveerd (indien geprogrammeerd). Het apparaat voert
echter geen andere foutreacties uit. De fout kan met een reset weer worden teruggezet.
Immediate stop /
De regelaar wordt onmiddellijk met een foutmelding uitgeschakeld. De eindtrap wordt geblokkeerd en de rem valt
fault
in. De gereedmelding wordt geannuleerd en de storingsuitgang wordt geactiveerd, indien geprogrammeerd. Een
hernieuwde start is pas mogelijk nadat er een foutreset is uitgevoerd, waarbij de regelaar opnieuw wordt geïnitiali-
seerd.
Rapid stop / fault
De aandrijving wordt langs de ingestelde stop-integrator t13/t23 afgeremd. Na het bereiken van het stoptoerental
wordt de eindtrap geblokkeerd en valt de rem in. De fout wordt onmiddellijk gemeld. De gereedmelding wordt gean-
nuleerd en de storingsuitgang wordt geactiveerd, indien geprogrammeerd. Een hernieuwde start is pas mogelijk
nadat er een foutreset is uitgevoerd, waarbij de regelaar opnieuw wordt geïnitialiseerd.
Rapid stop /
De aandrijving wordt langs de ingestelde stop-integrator t13/t23 afgeremd. Bij het bereiken van het stoptoerental
warning
wordt de eindtrap geblokkeerd en valt de rem in. De fout wordt onmiddellijk gemeld. De storing wordt via de klem
gemeld, indien geprogrammeerd. De gereedmelding wordt niet geannuleerd. Als de fout door een interne proce-
dure of door een foutreset wordt opgeheven, loopt de aandrijving opnieuw aan zonder een nieuwe initialisatie door
te voeren.
100
Omschrijving
Melding als de regelaar de stroombegrenzing heeft bereikt.
Instelbereik 0 ... 5 ... 50 % I
nom
Instelbereik 0 ... 1 ... 9 s
0 / I < I
max
1 / I > I
max
0,0 ... 100,0 [%]
0 / PI actual value < PI-ref
1 / PI actual value > PI-ref
off/uit
on / Motor / regenerative
Functie van de toerentalbewaking in het motorische en generatorische
bedrijf van de motor
Instelbereik 0 ... 1 ... 10 [s]
Tijdens acceleratie- en deceleratieprocessen of bij belastingspieken kan de
ingestelde stroomgrens kortstondig bereikt worden. Door de vertragingstijd in
te stellen kan voorkomen worden, dat de toerentalbewaking ongewild gevoelig
aangesproken wordt. De bewaking spreekt aan als de stroomgrens voor de
duur van de vertragingstijd bereikt wordt.
Systeemhandboek V2 – MOVITRAC
®
B