Download Print deze pagina

Sew Eurodrive MOVITRAC B Handboek pagina 96

Systeemhandboek
Verberg thumbnails Zie ook voor MOVITRAC B:

Advertenties

n
kVA
Parameters
5
f
Toelichting bij de parameters
i
P
Hz
Nr.
FBG
Naam
139 / 149
Ramp monitoring 1 / 2
2
1
15_
Motorpotentiometer-functie (zie P100 Setpoint source)
De integratortijden hebben betrekking op een setpointwijziging van Ín = 3000 rpm.
150
Ramp t3 up = down
152
Save last setpoint
16_ / 17_
Fixed setpoints 1 / 2
U kunt de vaste setpoints via de binaire ingangen DI02 ... DI05 met de argumenten n11/n21 / n12/n22 en FIXED SETP. CHANGE
activeren (parameter 60_). Activeer de vaste setpoints n13/n23 door twee binaire ingangen met de functies n11/n21 en n12/n22 te
programmeren en op beide een 1-signaal te geven.
160 / 170
Internal setpoint n11 / n21
161 / 171
Internal setpoint n12 / n22
162 / 172
Internal setpoint n13 / n23
163 / 173
n11/n21 PI controller
164 / 174
n12/n22 PI controller
165 / 175
n13/n23 PI controller
2__
Controller parameters
25_
PI controller (verklaring van de parameters in het hoofdstuk Projectconfiguratie / PI-regelaar)
96
Omschrijving
Instelbereik: YES / NO
Als de deceleratie-integratoren veel korter worden insteld dan fysiek mogelijk
is in de installatie, wordt de nog draaiende aandrijving na afloop van de bewa-
kingstijd uitgeschakeld. Naast de foutmelding leidt dit ook tot een verhoogde
slijtage van de rem.
Verder moet instelling van de betreffende integrator worden verhoogd als de
time-out van de integrator definitief opduikt door een niet verplaatsbare inge-
stelde integrator.
Deze parameter is een extra bewakingsfunctie voor de toerentalbewaking.
Hij geldt echter alleen voor de deceleratie-integrator. Hij kan bijv. bij een niet
gewenste toerentalbewaking de deceleratie-, stop- of noodstop-integrator
bewaken.
Instelbereik 0,2 ... 20 ... 50 [s]
De integrator is actief bij gebruik van de klemmenfuncties Motor pot. up en
Motor pot. down.
off/uit
De regelaar start met n
Als de motorpotentiometer voortdurend gebruikt wordt om het toerental in te
stellen, moet u P152 Save last setpoint = OFF instellen. Anders verschijnt
na ca. 100,000 keer opslaan de foutmelding F25 EEPROM.
Opslaan alleen bij setpointwijziging. Na het deselecteren van een vast set-
point wordt het vaste setpoint als motorpotentiometerwaarde overgenomen.
on/aan
De regelaar start met het laatst ingestelde motorpotentiometer-setpoint:
Na het deselecteren van een vast setpoint wordt de oude motorpotentiome-
terwaarde weer overgenomen.
Instelbereik –5000 ... 150 ... 5000 [rpm]
Instelbereik –5000 ... 750 ... 5000 [rpm]
Instelbereik –5000 ... 1500 ... 5000 [rpm]
Instelbereik 0 ... 3 ... 100 [%] (zie hoofdstuk Configuratie / PI-regelaar)
Instelbereik 0 ... 15 ... 100 [%] (zie hoofdstuk Configuratie / PI-regelaar)
Instelbereik 0 ... 30 ... 100 [%] (zie hoofdstuk Configuratie / PI-regelaar)
P250 PI controller
Normaal
Geïnverteerd
1
-1
Setpoint
-
x
%
Actuele
waarde
AI1 %
:
min
na uit- en inschakelen van de voeding
na het wegnemen van de vrijgave
na uit- en inschakelen van de voeding
na het wegnemen van de vrijgave
P251 P-gain
P301/311 n
P252 I-component
P302/312 n
n
max
n
min
Systeemhandboek V2 – MOVITRAC
max
Toerentalsetpoint
min
(waarde)
®
B

Advertenties

loading