10. PROBLEEMOPLOSSING
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie voor het diagnosticeren en verhelpen van bepaalde problemen die zich in het toestel kunnen voordoen.
10.1 Algemene richtlijnen
Alvorens met de procedure voor het oplossen van storingen te beginnen, moet u het toestel volledig visueel inspecteren en zoeken naar duidelijke defecten, zoals
losse verbindingen of defecte bedrading.
WAARSCHUWING
het toestel open staat.
voordat u het reset. In geen geval mogen veiligheidsvoorzieningen overbrugd worden of gewijzigd worden in een
contact op met de technische dienst.
Als het waterveiligheidsventiel defect is en vervangen moet worden, sluit dan altijd de slang die aan het waterveilig-
10.2 Algemene verschijnselen
Verschijnsel 1: het toestel is ingeschakeld maar verwarmt of koelt niet zoals voorzien
Sommige parameters zijn onjuist ingesteld.
Het waterdebiet is te laag.
Het watervolume in de installatie is te laag.
Verschijnsel 2: het toestel is ingeschakeld maar de compressor start niet (installatie- of sanitair warmwaterverwarming)
Verschijnsel 3: de pomp maakt lawaai (cavitatie)
De waterdruk aan de pompinlaat is te laag.
Verschijnsel 4: de waterveiligheidsklep gaat open
Expansievat is kapot of leeg
De vulwaterdruk in de installatie is hoger dan 3
bar.
NL
444
Corrigerende maatregel
Controleer de parameters
T4HMAX, T4HMIN in verwarmingsmodus.
T4CMAX, T4CMIN in koelmodus
T4DHWMAX, T4DHWMIN in SWW-modus.
Controleer of het waterfilter verstopt is.
Controleer de waterdruk. De waterdruk moet > 1 bar zijn (met koud installatiewater).
Controleer of het expansievat niet kapot is.
Zorg ervoor dat het watervolume in de installatie groter is dan de minimaal vereiste waarde
Corrigerende maatregel
peratuur (12 °C) te bereiken.
Controleer of de stroomtoevoer naar de elektrische verwarmer reserve-installatie in orde is.
Controleer of de elektrische beveiliging van de elektrische verwarmer reserve-installatie gesloten is.
Controleer of de thermische veiligheidsschakelaar van de elektrische verwarmer reserve-installatie niet geactiveerd is.
Controleer of de schakelaars van de elektrische verwarmer reserve-installatie niet defect zijn.
Corrigerende maatregel
Ventileer de lucht.
Corrigerende maatregel
Expansievat vervangen. Vul het expansievat bij.
Zorg ervoor dat de vulwaterdruk in de installatie ca. 1 en 2 bar is.
OMNIA SW-T 3.2
-