Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

OMNIA M 3.2
POMPE À CHALEUR RÉVERSIBLE POUR INSTALLATION EN EXTÉRIEUR
AVEC COMPRESSEUR DC
OMKEERBARE WARMTEPOMP MET DC INVERTER COMPRESSOR
VOOR BUITENOPSTELLING
CU COMPRESOR INVERTER DC
FR
MANUEL D'INSTALLATION ET D'UTILISATION
NL
INSTALLATIE-EN GEBRUIKERSHANDLEIDING
PL
RO
Scannez le code QR pour lirele manuel dans une autre langue
Scan de QR-code om te lezende handleiding in een andere taal
R32
65
.0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Ferroli OMNIA M 3.2

  • Pagina 1 OMNIA M 3.2 POMPE À CHALEUR RÉVERSIBLE POUR INSTALLATION EN EXTÉRIEUR AVEC COMPRESSEUR DC OMKEERBARE WARMTEPOMP MET DC INVERTER COMPRESSOR VOOR BUITENOPSTELLING CU COMPRESOR INVERTER DC Scannez le code QR pour lirele manuel dans une autre langue Scan de QR-code om te lezende handleiding in een andere taal MANUEL D’INSTALLATION ET D'UTILISATION...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    INHOUD VEILIGHEIDSMAATREGELEN ALGEMENE INLEIDING ACCESSOIRES Accessoires die worden meegeleverd met het apparaat VÓÓR DE INSTALLATIE BELANGRIJKE INFORMATIE OVER HET KOELMIDDEL INSTALLATIEPLAATS Kiezen van een locatie in koude klimaten Kiezen van een locatie in warme klimaten INSTALLATIEVOORZORGSMAATREGELEN Afmetingen Installatievoorschriften Positie van de afvoeropening Ruimtevereisten voor onderhoud TYPISCHE TOEPASSINGEN Toepassing 1...
  • Pagina 3 Eerste inbedrijfstelling bij een lage buitentemperatuur 10.3 Controles vóór inbedrijfstelling 10.4 De circulatiepomp 10.5 Veldinstellingen 10.6 TEST WERKING EN EINDCONTROLES 11.1 Eindcontroles 11.2 Test werking (handmatig) ONDERHOUD PROBLEEMOPLOSSING 13.1 Algemene richtlijnen 13.2 Algemene symptomen Bedrijfsparameter 13.3 13.4 Storingscodes 14 TECHNISCHE SPECIFICATIES Algemeen 14.1 14.2...
  • Pagina 4 4/6 kW 8/10/12/14/16 kW Interne indeling:12~16 kW (3-fasig) bijvoorbeeld 4/6 kW Elektrisch regelsysteem Klemmenblok Hydraulisch systeem Koelmiddelsysteem 8/10/12/14/16 kW Verwijder de holle plaat na de installatie. Verwijder de transportsteun 12/14/16 kW OPMERKING De afbeelding en functie die in deze handleiding worden beschreven bevatten de componenten van de back-upverwarming. Afbeeldingen in deze handleiding zijn alleen ter referentie, bekijk het werkelijke product.
  • Pagina 5: Veiligheidsmaatregelen

    1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN De hier vermelde voorzorgsmaatregelen zijn onderverdeeld in de onderstaande typen. Ze zijn zeer belangrijk, dus zorg ervoor dat u ze nauwgezet volgt. Betekenissen van symbolen voor GEVAAR, WAARSCHUWING, LET OP en OPMERKING. INFORMATIE Lees deze instructies vóór de installatie zorgvuldig door. Houd deze handleiding bij de hand voor toekomstige raadpleging. Onjuiste installatie van apparatuur of accessoires kan leiden tot elektrische schokken, kortsluiting, lekkage, brand of andere schade aan de apparatuur.
  • Pagina 6 GEVAAR Schakel de stroomschakelaar uit voordat u elektrische klemonderdelen aanraakt. Wanneer de servicepanelen worden verwijderd, kunt u gemakkelijk onopzettelijk onderdelen onder spanning aanraken. Laat het apparaat nooit onbeheerd achter zonder onderhoudspaneel tijdens de installatie of onderhoud. Raak de waterleidingen niet aan tijdens en direct na gebruik, omdat ze heet kunnen zijn en uw handen kunnen verbranden. Om letsel te voorkomen moet u wachten met het aanraken van de leidingen tot ze een normale temperatuur bereiken of u moet veiligheidshandschoenen dragen.
  • Pagina 7 Installeer het apparaat niet op de volgende plaatsen: - Waar een nevel van (minerale) olie of oliedampen aanwezig zijn. Kunststofonderdelen kunnen worden aangetast en hierdoor losraken of gaan lekken. - Waar corrosieve (bijtende) gassen (zoals zwavelzuurgas) worden geproduceerd. Waar corrosie van koperleidingen of gesoldeerde onderdelen kan leiden tot koelmiddellekkage.
  • Pagina 8: Algemene Inleiding

    2 ALGEMENE INLEIDING Deze apparaten worden gebruikt voor zowel verwarming als koeling en kunnen worden gebruikt met ventilatorconvectoren, vloerverwarmingstoepassingen, hoogrendementsradiatoren voor lage temperaturen, warmwatertanks en zonne-energiesets, welke niet worden meegeleverd. Een bedrade controller wordt met het apparaat meegeleverd. Als u kiest voor de ingebouwde back-upverwarming, kan de back-upverwarming de verwarmingscapaciteit bij koude buitentemperaturen verhogen.
  • Pagina 9: Accessoires

    In koelmodus, is het temperatuurbereik van de waterstroom 3 ACCESSOIRES (TW_out) in verschillende buitentemperaturen (T4) als volgt: 3.1 Accessoires die worden meegeleverd met het apparaat Installatiemateriaal Hoeveelheid Naam Vorm Installatie- en gebruikershandleiding (dit boekje) TW_out Gebruiksaanwijzing Bedrijfsbereik door de warmtepomp met mogelijke beperking en beveiliging.
  • Pagina 10: Belangrijke Informatie Over Het Koelmiddel

    LET OP Om letsel te voorkomen moet u niet de luchtinlaat of de aluminium vinnen van het apparaat aanraken. Gebruik om schade te voorkomen niet de grepen in de ventilatorroosters. Het apparaat is zeer zwaar! Voorkom dat het apparaat valt door verkeerde hellen tijdens de omgang ermee. De haak en het zwaartepunt van het apparaat moeten zodanig uitgelijnd worden dat...
  • Pagina 11: Installatieplaats

    LET OP Controleregelmaat van koelmiddelenlekkage - Apparaten die gefluoreerde broeikasgassen van 5 ton CO of hoger bevatten, maar minder dan 50 ton CO -equivalent, moeten minstens elke 12 maanden worden gecontroleerd. Bij gebruik van een lekdetectiesysteem moet dit minstens elke 24 maanden gebeuren.
  • Pagina 12: Kiezen Van Een Locatie In Koude Klimaten

    Als u het apparaat installeert op een bouwframe, moet u een waterdichte plaat (niet inbegrepen) installeren op ongeveer 100 mm van de onderzijde van het apparaat om druipen van afvoerwater te voorkomen. (Zie de rechterafbeelding). A (mm) Model 4~6 kW 8~16 kW 6.1 Kiezen van een locatie in koude klimaten...
  • Pagina 13: Installatievoorzorgsmaatregelen

    7 INSTALLATIEVOORZORGSMAATREGELEN 7.1 Afmetingen 8/10/12/14/16 kW (eenheid: mm) 4/6 kW (eenheid: mm) Model 4/6 kW 1295 8/10/12/14/16 kW 1385 7.2 Installatievoorschriften Controleer de sterkte en zorg dat de installatieondergrond waterpas is zodat het apparaat niet trilt of lawaai maakt tijdens het gebruik.
  • Pagina 14: Positie Van De Afvoeropening

    7.3 Positie van de afvoeropening Afvoeropening Afvoeropening 4/6 kW De afvoeropening is afgedicht rubberen stop. Als de kleine afvoeropening niet voldoet aan de afvoervereisten, de grote afvoeropening tegelijkertijd worden gebruikt. 8/10/12/14/16 kW OPMERKING Er moet een elektrische verwarmingsband worden geïnstalleerd als het water bij koud weer niet kan worden afgevoerd, zelfs niet als de grote afvoeropening open staat.
  • Pagina 15 7.4.2 Bij een installatie van meerdere rijen (voor dakgebruik enz.) Bij het installeren van meerdere dwarsverbonden apparaten per rij. 1/2 H A (mm) B1 (mm) B2 (mm) C (mm) Model 4~6 kW 8~16 kW...
  • Pagina 16: Typische Toepassingen

    8 TYPISCHE TOEPASSINGEN De onderstaande toepassing zijn uitsluitend ter illustratie. 8.1 Toepassing 1 Binnen Buiten FHL1 FHL2 FHLn 11.2 Modbus 11.3 Code Assemblage-unit Code Assemblage-unit Warmwatertank (niet meegeleverd) Hoofdeenheid Bedieningspaneel TBH: Boosterverwarming voor warmwatertank 11.1 (niet meegeleverd) 11.2 SV1: 3-wegklep (niet meegeleverd) Spoel 1, warmtewisselaar voor warmtepomp Balanstank (niet meegeleverd) 11.3...
  • Pagina 17 Ruimteverwarming Het IN-/UITSCHAKELEN-signaal en bedrijfsmodus en temperatuurinstelling worden ingesteld op het bedieningspaneel. P_o blijft actief als de unit INGESCHAKELD is voor ruimteverwarming, SV1 blijft UITGESCHAKELD. Verwarming van leidingwater Het AAN/UIT-signaal en doeltankwatertemperatuur (T5S) worden ingesteld op het bedieningspaneel. P_o stopt als de unit INGESCHAKELD IS voor de verwarming van leidingwater, SV1 blijft INGESCHAKELD.
  • Pagina 18: Toepassing

    8.2 Toepassing 2 KAMERTHERMOSTAAT-regeling voor ruimteverwarming of -koeling moet worden ingesteld in het bedieningspaneel. Het kan op 3 manieren worden ingesteld: MODUS IN./EEN ZONE/DUBBEL ZONE. Het monobloc kan worden aangesloten op een kamerthermostaat op hoge spanning en op een kamerthermostaat op lage temperatuur. Een thermostaat-transferbord kan ook worden aangesloten.
  • Pagina 19: Modus In. Regeling

    8.2.2 Modus in. regeling Binnen Buiten FCU1 FCU2 FCUn FHL1 FHL2 FHLn Codering Assemblage-unit Codering Assemblage-unit Hoofdeenheid Afvoerklep (niet meegeleverd) Collector/distributeur Bedieningspaneel Balanstank (niet meegeleverd) Omloopklep (niet meegeleverd) Automatisch ontluchtingsventiel Thermostaat-transferbord (niet meegeleverd) SV2: 3-wegklep (niet meegeleverd) Afvoerklep P_o: Buitencirculatiepomp Lage spanning kamerthermostaat (niet meegeleverd) Expansievat (niet meegeleverd)
  • Pagina 20: Dubbele Zoneregeling

    8.2.3 Dubbele zoneregeling Binnen Buiten RAD.1 ZONE1 RAD.2 RAD.n ZONE2 23.1 23.2 Modbus FHL1 FHL2 FHLn Codering Assemblage-unit Codering Assemblage-unit Hoofdeenheid Collector/distributeur (niet meegeleverd) Bedieningspaneel Thermostaat-transferbord (optioneel) Balanstank (niet meegeleverd) Mengstation (niet meegeleverd) Automatisch ontluchtingsventiel SV3: mengklep (niet meegeleverd) 23.1 Afvoerklep 23.2 P_c: Zone 2 circulatiepomp (niet meegeleverd)
  • Pagina 21: Parallelsysteem

    OPMERKING 1) Zone2 kan alleen werken in de warmtemodus. Wanneer het koelsystem wordt ingesteld in het bedieningspaneel en Zone1 is UITGESCHAKELD, sluit “CL” in Zone2 en blijft uit systeem “UITGESCHAKELD”. Tijdens de installatie moet de thermostaatbedrading voor Zone 1 en Zone 2 correct worden uitgevoerd. 2) De afvoerklep moet op de laagste positie van het leidingsysteem worden geïnstalleerd.
  • Pagina 22 Sontactor (niet meegeleverd) Afsluitklep (niet meegeleverd) Vulklep Leidingwaterinlaatleiding P_o: Buitencirculatiepomp De ruimte werkt in koel- of (niet meegeleverd) (niet meegeleverd) warmtemodus De ruimte werkt alleen met P_s: Zonnepomp Warmwaterkraan warmtemodus (niet meegeleverd) (niet meegeleverd) T solar: Zonnetemperatuursensor Collector/distributeur Extra verwarmingsbron (niet meegeleverd) (niet meegeleverd) (niet meegeleverd)
  • Pagina 23: Volumevereiste Van De Balanstank

    OPMERKING 1. Er kunnen maximaal 6 units in 1 cascadesysteem worden opgenomen. Eén van deze is de master-unit, de andere zijn slave-units; de master-unit en slave-units worden onderscheiden door of ze bij het opstarten zijn aangesloten op de bedrade controller. De unit met bedrade controller is de master-unit, units zonder bedrade controller zijn slave-units;...
  • Pagina 24: Belangrijkste Componenten

    9.2. Belangrijkste componenten 9.2.1 Hydraulische module 4/6 kW met back-upverwarming (optioneel) 4/6 kW zonder back-upverwarming 8~16 kW zonder back-upverwarming 8~16 kW met back-upverwarming (optioneel) Codering Assemblage-unit Toelichting Resterende lucht in het watercircuit wordt automatisch uit het Ontluchtingsventiel watercircuit verwijderd. Biedt extra verwarmingscapaciteit wanneer de verwarmingscapaciteit van de warmtepomp door een zeer lage Back-upverwarming (optioneel) buitentemperatuur onvoldoende is.
  • Pagina 25: Elektronische Besturingskast

    9.3 Elektronische besturingskast Opmerking: de afbeelding is alleen ter referentie, bekijk het werkelijke product. Hoofdbesturingska art van de omvormermodule (PCB A) Moederbord van het Hoofdbesturingskaart warmtepompsysteem (PCB B) van hydraulische module 4/6 kW Hoofdbesturingska art van de omvormermodule (PCB A) Moederbord van het Hoofdbesturingskaart warmtepompsysteem (PCB B)
  • Pagina 26: Hoofdbesturingskaart Van Hydraulische Module

    Hoofdbesturingskaart van hydraulische module Hoofdbesturingskaart van de omvormermodule (PCB A) Moederbord van het warmtepompsysteem (PCB B) 12/14/16 kW (1-fasig) Hoofdbesturingskaart van hydraulische module Hoofdbesturingskaart van de omvormermodule (PCB A) Moederbord van het warmtepompsysteem (PCB B) Filterbord (PCB C) (op de achterkant van het PCB B, alleen voor 3-fasige modellen) 12/14/16 kW (3-fasig) 9.3.1 Hoofdbesturingskaart van hydraulische module...
  • Pagina 27 CN24 CN21 CN28 CN16 CN32 CN13 CN15 CN29 CN18 CN25 CN42 CN40 DIS1 CN31 CN41 CN22 CN35 CN36 CN17 25 26 27 14 15 CN11 CN30 Order Poort Code Assemblage-unit Order Poort Code Assemblage-unit M1 M2 VOEDING Poort voor afstandsschakelaar CN21 Poort voor stroomvoorziening CN36...
  • Pagina 28 9.3.2 1-fasig voor 4-16 kW-modellen 1) PCB A 4-10 kW Omvormermodule Opmerking: voor 4-6 kW, 2 condensatoren CN20 Codering Assemblage-unit Assemblage-unit Codering Compressor-aansluitpoort U Gereserveerd(CN302) Compressor-aansluitpoort V Poort voor communicatie met PCB B (CN32) Ingangspoort N voor gelijkrichterbrug (CN502) Compressor-aansluitpoort W Uitgangspoort voor +12V/9V (CN20) Ingangspoort L voor gelijkrichterbrug (CN501) Poort voor ventilator (CN19)
  • Pagina 29 2) PCB B, Moederbord van het warmtepompsysteem CN10 CN27 CN11 CN22 CN24 CN17 CN26 CN28 CN13 CN55 CN18 CN14 CN29 CN7 CN5 CN6 CN16 CN19 CN21 CN33 CN2 CN30 CN36 CN37 CN38 CN20 26 25 24 Codering Assemblage-unit Codering Assemblage-unit Uitvoerpoort L naar PCB A(CN28) Poort voor lagedrukschakelaar (CN14) Poort voor communicatie met hydro-box-...
  • Pagina 30 9.3.3 3-fasige 12/14/16 kW-modellen 1) PCB A Omvormermodule CN16 CN22 CN15 CN23 CN17 CN18 CN20 CN19 Codering Assemblage-unit Codering Assemblage-unit Uitgangspoort voor +15 V(CN20) Ingangspoort P_in voor IPM-module(CN1) Compressor-aansluitpoort W(CN19) Poort voor communicatie met PCB B (CN8) PED-besturingskaart (CN22) Compressor-aansluitpoort V(CN18) Compressor-aansluitpoort U(CN17) Poort voor hoge drukschakelaar (CN23)
  • Pagina 31 2) PCB B, Moederbord van het warmtepompsysteem CN41 CN26 CN24 CN36 CN21 CN18 CN31 CN29 CN10 CN35 CN11 CN28 CN20 CN37 CN27 20 V V i n CN22 CN30 CN38 CN53 CN109 Codering Assemblage-unit Codering Assemblage-unit Poort voor de temp.sensor Tp (CN8) Poort voor aarddraad(CN38) Poort voor buitentemp.- en condensortemp.sensor Poort voor 2-wegklep 6(CN27)
  • Pagina 32 3) PCB C, filterbord CN204 CN205 CN206 CN30 CN213 CN214 CN202 CN211 CN203 CN200 CN201 CN212 PCB C 3-fasig 12/14/16 kW Codering Assemblage-unit Codering Assemblage-unit Voeding L2 (CN201) Voedingsfiltering L3 (L3’) Voeding L3 (CN200) Voedingsfiltering L2 (L2’) Voeding N (CN203) Voedingsfiltering L1 (L1’) Voedingspoort 310 VDC (CN212) Voedingspoort voor moederbord (CN30)
  • Pagina 33: Besturingsonderdelen Voor Back-Upverwarming (Optioneel)

    9.3.4 Besturingsonderdelen voor back-upverwarming (optioneel) 1-fasig 4-6 kW met back-upverwarming (1-fasig 3 kW) 1-fasig 8-16 kW met back-upverwarming (1-fasig 3 kW) 1-fasig 8-16 kW met back-upverwarming (3-fasig 9 kW) 3-fasig 12-16 kW met back-upverwarming (1-fasig 3 kW) 3-fasig 12-16 kW met back-upverwarming (3-fasig 9 kW) Codering Assemblage-unit Codering...
  • Pagina 34: Aanleg Van Waterleidingen

    9.4 Aanleg van waterleidingen Er is rekening gehouden met alle leidinglengten en -afstanden. Vereisten Klep De maximaal toegestane thermistorkabellengte is 20 meter. Dit is de maximaal toegestane afstand tussen de warmwatertank en het apparaat (alleen voor installaties met een warmwatertank). De thermistorkabel die bij de warmwatertank Thermistorkabellengte minus 2 meter.
  • Pagina 35: Watervolume En Dimensioneringsexpansievaten

    Controleer het volgende voordat u verder gaat met de installatie van het apparaat: Gebruik altijd materialen die compatibel zijn met de gebruikte materialen in het systeem en het apparaat. Zorg ervoor dat de in de veldleiding geïnstalleerde componenten bestand zijn tegen de waterdruk en -temperatuur. Op alle lage punten van het systeem moeten afvoerkranen worden aangebracht om het circuit tijdens het onderhoud volledig te kunnen afvoeren.
  • Pagina 36: Aansluiting Van Het Watercircuit

    9.4.4 Antivriesbescherming van het watercircuit 9.4.3 Aansluiting van het watercircuit Alle interne hydraulische onderdelen zijn geïsoleerd om De aansluitingen moeten worden uitgevoerd volgens de warmteverlies te beperken. Ook de veldleidingen moeten labels op de buitenunit, ten opzichte van de waterinlaat en worden geïsoleerd.
  • Pagina 37: Vulwater

    LET OP Wanneer de unit voor lange tijd niet wordt gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de unit te allen tijde ingeschakeld is. Als u de stroom wilt uitschakelen, moet het water in de systeemleiding volledig worden afgetapt om te voorkomen dat de unit en het leidingsysteem wordt beschadigd door bevriezing.
  • Pagina 38: Isolatie Van Waterleidingen

    9.6 Isolatie van waterleidingen Alle (water)leidingen in het totale watercircuit moeten geïsoleerd worden om condensatie te voorkomen tijdens het koelen en vermindering van de verwarmings-/koelcapaciteit, evenals ter preventie van bevriezing van de buitenwaterleidingen tijdens de winter. Het isolatiemateriaal moet minimaal een brandwerendheid van B1 hebben en voldoen aan alle toepasselijke wetgeving. De dikte van de afdichtingsmaterialen moeten minimaal 13 mm zijn met een thermische geleiding van 0,039 W/mK om bevriezing van de buitenwaterleidingen te voorkomen.
  • Pagina 39 1OFF AHS1 AHS2 2OFF DFT2 DFT1 IBH1 3OFF CN11 CN30 25 T Buiten Binnen Omschrijving AC/DC Aantal benodigde geleiders Maximale bedrijfsstroom Item Zonne-energieset-signaalkabel 200 mA Bedieningspaneelkabel 200 mA Kamerthermostaatkabel 200 mA(a) Zonnepomp besturingskabel 200 mA(a) Buitencirculatiepomp besturingskabel 200 mA(a) Besturingskabel van DHW-pomp 200 mA(a) 200 mA(a) SV2: Besturingskabel van 3-wegklep...
  • Pagina 40 OPMERKING Gebruik H07RN-F voor de voedingskabel; alle kabels zijn aangesloten op hoogspanning, behalve de thermistor- en bedieningspaneelkabel. Apparatuur moet geaard worden. Alle externe hoogspanningslaadstroom, als het metaal of een geaarde poort is, moet geaard worden. Alle externe stroombelasting moet minder dan 0,2A zijn, als de enige stroombelasting groter is dan 0,2A, moet de last door AC-schakelaar worden gecontroleerd.
  • Pagina 41: Voorzorgsmaatregelen Bij De Bedrading Van De Voeding

    Richtlijnen voor veldbedrading De meeste veldbekabelingen op het apparaat moeten worden gemaakt op het klemmenblok in de schakelkast. Om toegang verkrijgen tot het aansluitblok, moet u het onderhoudspaneel (deur 2) van de schakelkast verwijderen. WAARSCHUWING Schakel alle stroom uit, inclusief de voeding van het apparaat, back-upverwarming en de voeding van de warmwatertank (indien van toepassing), voordat u het onderhoudspaneel van de schakelkast verwijdert.
  • Pagina 42 Tabel 9-1 Nominaal dwarsdoorsnede-oppervlak (mm Nominale stroom van apparaat: (A) Flexibele snoeren Kabel voor vaste bedrading 0,5 en 0,75 en 2,5 0,75 en 1 en 2,5 > > en 1,5 en 2,5 10 en 1,5 en 2,5 1,5 en 4 >...
  • Pagina 43: Verwijder Kap Van De Schakelkast

    OPMERKING MCA: Max. Circuit Amp. (A) TOCA: Totaal Overstroom Amp. (A) MFA: Max. Zekering Amp. (A) MSC: Max. Starten Amp. (A) RLA: De ingangsstroom van de compressor bij werking op de maximale frequentie onder normale koel- of verwarmingsomstandigheden. Hz kan nominale belastingstroom bedienen. (A) KW: Nominaal motorvermogen FLA: Stroomsterkte bij vollast.
  • Pagina 44 Master- unit selectie Gebruik afgeschermde draad en de beschermende laag moet geaard zijn. H1 H2 H1 H2 H1 H2 ..Master-unit Slave-unit 1 Slave-unit 2 Slave-unit x Alleen de laatste binnenunit vereist het toevoegen van een externe weerstand bij P en Q. Externe Zekering Zekering...
  • Pagina 45 Gebruik bij het aansluiten van het klemmenblok een ringterminal met de isolatiehuls (zie Afbeelding 9.1). Gebruik een netsnoer die voldoet aan de specificaties en zorg dat het stevig aangesloten is. Om te voorkomen dat het snoer door externe kracht uit de aansluiting wordt getrokken, moet u ervoor zorgen dat het snoer stevig aangesloten is. Als de ringterminal met de isolatiehuls niet kan worden gebruikt, zorg dan dat: •...

Inhoudsopgave