Klimaatcurven kunnen in de gebruikersinterface gekozen worden. Zodra de curve gekozen is, wordt het instelpunt van de watertemperatuur die naar de installatie
gestuurd wordt, aan de hand van de curve berekend.
Het is mogelijk om curven te kiezen, zelfs als de dubbele-zonefunctie ingeschakeld is.
De relatie tussen de buitenluchttemperatuur (T4) en het instelpunt van de watertemperatuur van de installatie (T1S / T2S) wordt beschreven in de volgende tabellen
en afbeeldingen.
9.3.1 Klimaatcurven voor verwarmingsmodus en ECO-verwarmingsmodus
Type aansluiting geselecteerd
FLH (vloerverwarming)
FCU (fancoil)
RAD (radiator)
KLIMAATCURVES (WTS) VERWARMINGSMODUS
T4 (buitenluchttemperatuur) [°C]
T1S or T2S
(instelpunt installatiewater) [°C]
HEATING MODE (climatic curves set H1)
Verwarmingsmodus (ingestelde klimaatcurve H1)
56
54
52
50
48
46
44
42
40
38
8
36
7
6
5
34
-20
-15
-10
-5
Klimaatcurve 9 wordt gedefinieerd via 4 door de gebruiker in te stellen parameters (T4H1, T4H2, T1SETH1, T1SETH2, zie "9.2 Tabel van de Service-parameters" op