5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. Het symbool
6. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
8.4 Automatische programma's met
gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt,
berekent het apparaat de braadtijd.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op
.
3. Raak
of
gewichtprogramms in te stellen.
Op het display verschijnt: de kooktijd,
duursymbool,
, een standaard gewicht, een
maateenheid (kg, g).
4. Raak
aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden automatisch
opgeslagen.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
5. U kunt het standaardgewicht wijzigen met
of
. Tik op
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal.
7. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
9.1 Voedselsensor
Voedselsensor - meet de temperatuur
binnenin het voedsel. Wanneer het voedsel
de ingestelde temperatuur heeft bereikt,
wordt de oven uitgeschakeld.
Stel 2 temperaturen in:
• De oventemperatuur: minimaal 120 °C,
• de kerntemperatuur van het voedsel.
Voor de beste kookresultaten:
16
NEDERLANDS
knippert.
aan om het
.
knippert.
8. Schakel het apparaat uit.
8.5 Automatische programma's met
vleesthermometer (geselecteerde
modellen)
De kerntemperatuur van het gerecht is
standaard en kan in programma's met de
vleesthermometer niet worden veranderd.
Het programma eindigt wanneer het apparaat
de ingestelde kerntemperatuur heeft bereikt.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik herhaaldelijk op
weergeeft.
3. Gebruik van de vleesthermometer.
Raadpleeg "Vleesthermometer".
4. Raak
of
voor de vleesthermometer in te stellen.
Op het display verschijnt de kooktijd,
.
5. Raak
aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden automatisch
opgeslagen.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt
er gedurende twee minuten een
geluidssignaal.
knippert.
6. Raak een tiptoets aan, of open de deur
om het geluidssignaal te stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
• Ingrediënten moeten op
kamertemperatuur zijn.
• Voedselsensor - niet gebruiken bij
vloeibare gerechten.
• Voedselsensor - tijdens het koken moet
het in de schaal blijven.
De oven berekent de geschatte
bereidingstijd, maar dit kan veranderen
tijdens het koken.
Wanneer u het accessoire in het contact van
het apparaat steekt, annuleert u de
instellingen voor de klokfuncties.
tot het display
aan om het programma
en