6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Verhittingsfuncties
Ovenfunctie
Applicatie
Bakken op maximaal drie rek‐
standen tegelijkertijd en voedsel
drogen.
Hetelucht
Stel de temperatuur 20 - 40 °C
lager in dan voor Boven + on‐
derwarmte.
Voor het bakken van pizza. Voor
intensieve bruining en een knap‐
perige bodem.
Pizza-functie
Voor het bereiden van mals en
sappig braadvlees.
Lage temperatuur
garen
Voor het bakken en braden op
één ovenniveau.
Boven + onder‐
warmte
Om kant-en-klaar-gerechten
(bijv. patat, aardappelpartjes of
loempia's) krokant te maken.
Bevroren gerech‐
ten
Om plat voedsel te grillen en
brood te roosteren.
Grillen
Voor het braden van grotere
stukken vlees of gevogelte met
botten op één niveau. Voor gra‐
Circulatiegrill
tineren en bruinen.
Voor het bakken van taarten met
een knapperige bodem en het
inmaken van voedsel.
Onderwarmte
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De ontdooi‐
tijd hangt af van de hoeveelheid
Ontdooien
en dikte van het voedsel.
Ovenfunctie
Applicatie
Deze functie is ontworpen om tij‐
dens de bereiding energie te be‐
sparen. Zie het hoofdstuk 'Hints
Warmelucht (voch‐
and tips', Warmelucht (vochtig)
tig)
voor bereidingsinstructies. De
ovendeur dient tijdens de berei‐
ding gesloten te zijn zodat de
functie niet wordt onderbroken
en om ervoor te zorgen dat de
oven werkt op de hoogst moge‐
lijke energie-efficiëntie. Bij het
gebruik van deze functie kan de
temperatuur in de ruimte ver‐
schillen van de ingestelde tem‐
peratuur. De restwarmte wordt
gebruikt.Het verwarmingsvermo‐
gen kan worden verminderd. Zie
voor algemene aanbevelingen
voor energiebesparing het
hoofdstuk 'Energie-efficiëntie',
Energiebesparing. Deze functie
wordt gebruikt om de energie-ef‐
ficiëntieklasse vast te stellen
overeenkomstig EN 60350-1. Bij
gebruik van deze functie gaat de
verlichting na 30 seconden auto‐
matisch uit.
Gebruik deze functie voor brood
en broodjes met een heel goed
bijna professioneel resultaat qua
Brood bakken
krokantheid, kleur en bruine
korst.
Om het voedsel warm te hou‐
den.
Warm houden
Het opwarmen van voedsel met
stoom voorkomt dat het opper‐
vlak uitdroogt. De warmte wordt
Regenereren
op behoedzaam en gelijkmatig
verdeeld en geeft het voedsel de
smaak en het aroma alsof het
net is bereid. Deze functie kan
gebruikt worden om eten direct
op een bord te verwarmen. Met
verschillende roosterhoogtes
kunt u meerdere borden tegelij‐
kertijd opwarmen.
Voor het bakken van brood, het
braden van grote stukken vlees
of het opwarmen van gekoelde
Lage vochtigheid
en bevroren maaltijden.
NEDERLANDS
11