Advertenties
In dit hoofdstuk worden problemen beschreven die soms kunnen optreden en maatregelen die u
Gereedschappen
Soorten gereedschappen...................... 742
Bij een lekke band
Modellen met thuiskomer
Lekke band verwisselen........................ 744
Lekke band tijdelijk repareren............... 755
Hanteren van de krik ............................ 767
Motor start niet
Motor controleren................................ 768
Bij een zwakke batterij van de sleutelloze
afstandsbediening ................................. 770
Noodstop motor .................................. 771
Als de accu leeg is ................................. 772
Onverwachte gebeurtenissen
Schakelhendel kan niet worden bewogen...... 776
Oververhitting ...................................... 779
Controlelampje, gaat branden/knipperen
Controlelampje lage oliedruk brandt ...... 782
Controlelampje laadsysteem brandt ..... 782
Storingsindicatielampje brandt of knippert ....... 783
Als het rode controlelampje van het remsysteem
gaat branden of knipperen...........................784
Als het rode remsysteemcontrolelampje
brandt/knippert en het amber
controlelampje brandt........................ 785
Als het controlelampje van het elektrisch
stuurbekrachtigingssysteem (EPS) gaat branden .... 786
kunt nemen om de problemen te verhelpen.
Als het controlelampje lage bandenspanning/
waarschuwingssysteem bandenspanning
gaat branden of knippert .......................787
Het symbool laag oliepeil verschijnt ....... 789
Zekeringen
Locaties van zekeringen........................790
Zekeringen controleren en vervangen ...796
Slepen in noodsituaties ........................797
Wanneer u de brandstoftankklep niet kunt
ontgrendelen ..................................................800
Als u de achterklep niet kunt openen .....801
Tanken....................................................802
741
Advertenties
