Download Print deze pagina

Honda Civic Handleiding pagina 31

Verberg thumbnails Zie ook voor Civic:

Advertenties

*
CMBS
Aan en Uit
● Wanneer een mogelijke frontale botsing
vermoedelijk onvermijdelijk is, kan het CMBS u
helpen bij het verlagen van de voertuigsnelheid
en van de hevigheid van de botsing.
● Het CMBS wordt telkens ingeschakeld wanneer
de motor wordt gestart.
● Om het CMBS in of uit te schakelen, houdt u de
knop ingedrukt totdat u een piepsignaal hoort.
VSA in- en uitschakelen
(B545)
● Het voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA)
helpt bij het stabiliseren van het voertuig
tijdens bochten en helpt bij het handhaven van
tractie tijdens het versnellen op los of glad
wegdek.
● VSA wordt automatisch ingeschakeld telkens
wanneer de motor wordt gestart.
● Druk op de knop en houd deze ingedrukt tot u
een piepsignaal hoort om de VSA-functie
gedeeltelijk uit te schakelen of terug te zetten
naar volledig ingeschakeld.
30
Cruisecontrol
(B569)
● Met cruisecontrol kunt u een ingestelde
snelheid handhaven zonder dat u uw voet op
het gaspedaal hoeft te houden.
● Druk op de knop MAIN om de cruisecontrol in
te schakelen. Selecteer cruisecontrol door op de
knop LIM te drukken en druk vervolgens op de
knop –/SET wanneer u de gewenste snelheid
hebt bereikt (meer dan 30 km/h).
Waarschuwingssysteem
voor bandenspanning
(B549, 553)
Modellen met mistlamp achter
● Detecteert een verandering in de conditie en
algehele afmetingen van de banden als gevolg
van een afname van de bandenspanning.
● Het waarschuwingssysteem voor
bandenspanning wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de motor wordt gestart.
● De initialisatieprocedure moet worden
uitgevoerd wanneer bepaalde omstandigheden
optreden.
Modellen zonder mistlamp achter
Het waarschuwingssysteem voor bandenspanning
detecteert een verandering in de
bandomwentelingssnelheid als gevolg van een
afname van de bandenspanning.
*
Instelbare
(B529)
snelheidsbegrenzer
● Dit systeem laat u een maximumsnelheid
instellen, die niet kan worden overschreden,
zelfs al trapt u het gaspedaal in.
● Druk op de knop MAIN om de instelbare
snelheidsbegrenzer te gebruiken. Selecteer de
instelbare snelheidsbegrenzer door op de knop
LIM te drukken en druk vervolgens op de knop
–/SET wanneer het voertuig de gewenste
snelheid bereikt.
Modellen met 1,0 l-motor en 1,5 l-motor
● De snelheidslimiet van het voertuig kan worden
ingesteld tussen ongeveer 30 km/h en ongeveer
250 km/h.
Modellen met 2,0 l-motor
● De snelheidslimiet van het voertuig kan worden
ingesteld tussen ongeveer 30 km/h en ongeveer
320 km/h.
(B533)

Advertenties

loading