Airbags
Onderdelen van het airbagsysteem
De airbags voor, de zijairbags voor en de
zijgordijnairbags worden opgeblazen afhankelijk
van de richting en de kracht van de botsing. Het
airbagsysteem bestaat uit:
•
Twee SRS-airbags vóór (SRS betekent
aanvullend veiligheidssysteem). De
bestuurdersairbag is opgeborgen in het
midden van het stuurwiel; de airbag voor de
voorpassagier is opgeborgen in het
dashboard. Beide zijn met SRS AIRBAG
gemarkeerd.
•
Twee zijairbags, één voor de bestuurder en
één voor de voorpassagier. Deze airbags zijn
opgeborgen in de zijkant van de rugleuning
van de voorstoelen. Beide zijn met SIDE
AIRBAG gemarkeerd.
•
Twee zijgordijnairbags, één voor elke zijde van
het voertuig. Deze airbags zijn opgeborgen in
het plafond, boven de zijruiten van het
voertuig. De voor- en achterstijlen zijn
gemarkeerd met SIDE CURTAIN AIRBAG.
* Niet beschikbaar op alle modellen
58
•
Een elektronische regeleenheid die, wanneer
de contactschakelaar in de stand AAN
staat, voortdurend informatie bewaakt met
betrekking tot de verschillende
botsingssensoren, de stoel- en gespsensoren,
de airbag-opblaasmechanismen, de
veiligheidsgordelspanners en andere
voertuiginformatie. Bij een botsing kan de
eenheid dergelijke informatie vastleggen.
•
Automatische veiligheidsgordelspanners voor
de voorstoelen en de buitenste zitplaatsen op
de achterbank
*
.
•
Botsingssensoren die een matige tot krachtige
frontale botsing of botsing van opzij kunnen
detecteren.
•
Een waarschuwingslampje in het
instrumentenpaneel dat waarschuwt voor een
mogelijk probleem met het airbagsysteem of
de veiligheidsgordelspanners.
Modellen met mistlamp achter
(
w
•
*1
Een waarschuwingslampje op het dashboard
dat u waarschuwt wanneer de voorste
passagiersairbag is uitgeschakeld.
*1: Modellen met het sleutelloze
toegangssysteem hebben een knop ENGINE
START/STOP in plaats van een
contactschakelaar.