Advertenties
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAutomatisch grootlicht
Automatisch grootlicht
De sensorcamera aan de voorkant detecteert de lichtbronnen vóór het voertuig zoals de lichten
van een voor- of tegenligger of straatverlichting. Wanneer u in het donker rijdt, schakelt het
systeem automatisch tussen dimlicht en grootlicht, afhankelijk van de situatie.
Sensorcamera voor
■
Automatisch grootlicht gebruiken
Wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan, gaat het controlelampje voor automatisch
grootlicht branden en is automatisch grootlicht ingeschakeld.
Controlelampje
automatisch
grootlicht
Lichtschakelaar
Als het controlelampje voor automatisch grootlicht niet gaat branden, ook al is aan alle
voorwaarden voldaan, voer dan één van de onderstaande procedures uit en het
controlelampje gaat branden.
•
Trek de hendel naar u toe, houd hem langer dan twee seconden in die stand en laat hem los.
•
Draai de lichtschakelaar naar
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in
plaats van een contactschakelaar.
* Niet beschikbaar op alle modellen
230
*
•
De contactschakelaar bevindt zich in de stand
(
w
AAN
*1
.
•
De lichtschakelaar staat in de stand AUTO.
•
De hendel staat in de stand voor dimlicht.
•
De koplampen zijn automatisch geactiveerd.
•
Het is donker buiten het voertuig.
en vervolgens naar AUTO.
*
1Automatisch grootlicht
Het automatisch grootlicht-systeem werkt niet altijd in elke
situatie. Dit systeem is slechts bedoeld als hulp voor de
bestuurder. Houd altijd uw omgeving in de gaten en schakel
indien nodig handmatig tussen grootlicht en dimlicht.
Het bereik en de afstand waarop de camera kan herkennen,
varieert afhankelijk van de omstandigheden rond uw
voertuig.
Raadpleeg de volgende informatie met betrekking tot het
gebruik van de camera die aan de binnenkant van de voorruit
is gemonteerd.
Sensorcamera voor
2
Voor een juiste werking van automatisch grootlicht moet u
op het volgende letten:
•
Plaats geen lichtreflecterend voorwerp op het dashboard.
•
Houd de voorruit rondom de camera schoon.
•
Bij het reinigen van de voorruit moet u ervoor zorgen dat
u geen voorruitreinigingsmiddel op de cameralens
aanbrengt.
•
Bevestig geen voorwerpen, stickers of folie op het gebied
rondom de camera.
•
Raak de cameralens niet aan.
Raadpleeg een dealer wanneer de camera een sterke stoot
krijgt of wanneer het gebied rondom de camera reparatie
vereist.
*
BLZ. 630
Advertenties
