Instelbare snelheidsbegrenzer
Dit systeem laat u een maximumsnelheid instellen, die niet kan worden overschreden, zelfs al
trapt u het gaspedaal in.
Modellen met 1,0 l-motor en 1,5 l-motor
De snelheidslimiet van het voertuig kan worden ingesteld tussen ongeveer 30 km/h en
ongeveer 250 km/h.
Modellen met 2,0 l-motor
De snelheidslimiet van het voertuig kan worden ingesteld tussen ongeveer 30 km/h en
ongeveer 320 km/h.
Hoe gebruiken
■
Druk op de knop MAIN
op het stuurwiel.
Modellen met
Modellen zonder
mistlamp achter
mistlamp achter
Als een ander controlelampje gaat branden, drukt u op de knop
LIM om naar de instelbare snelheidsbegrenzer over te schakelen.
* Niet beschikbaar op alle modellen
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel brandt
De instelbare snelheidsbegrenzer
is gereed voor gebruik.
WORDT VERVOLGD
uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer
1Instelbare snelheidsbegrenzer
WAARSCHUWING
3
De instelbare snelheidsbegrenzer heeft
beperkingen.
Het is altijd uw verantwoordelijkheid om de
voertuigsnelheid aan te passen, om de feitelijke
snelheidslimiet te respecteren en het voertuig op
veilige wijze te gebruiken.
WAARSCHUWING
3
Trap het gaspedaal niet meer in dan nodig is.
Houd het gaspedaal in een geschikte stand,
afhankelijk van de voertuigsnelheid.
Het zou kunnen dat de instelbare snelheidsbegrenzer de
ingestelde snelheidslimiet bergafwaarts niet kan handhaven.
Als dit gebeurt, trapt u het rempedaal in om te vertragen.
Wanneer de instelbare snelheidsbegrenzer niet gebruikt wordt:
Zet de instelbare snelheidsbegrenzer uit door op de knop
MAIN te drukken.
U kunt de instelbare snelheidsbegrenzer en de cruisecontrol
Adaptive Cruise Control (ACC)
*
/Adaptive Cruise Control
(ACC) met Low Speed Follow
*
/Intelligente
snelheidsbegrenzer
*
niet tegelijk gebruiken.
Modellen met handgeschakelde transmissie
Als het motortoerental afneemt, probeert u terug te
schakelen.
*
/
533