uuControlelampjesu
Controle-
Naam
lampje
Controlelampje
parkeerrem en
remsysteem
(amber)
(amber)
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in plaats van een contactschakelaar.
110
Aan/Knipperend
●
Gaat enkele seconden branden wanneer
u de contactschakelaar in de stand AAN
w
(
*1
zet en dooft vervolgens.
●
Gaat branden wanneer er een
remgerelateerd probleem is, maar niet
met het conventionele remsysteem.
●
Gaat branden wanneer er een probleem
is met het systeem van de elektronische
parkeerrem en/of het Automatic Brake
Hold-systeem.
Modellen met CMBS
Gaat branden als er een probleem is met
●
de radarsensor.
Het controlelampje kan tijdelijk gaan
●
branden wanneer het maximaal
toegestane gewicht wordt overschreden.
Uitleg
●
Gaat branden tijdens het rijden - Laat uw
voertuig door een dealer controleren.
Behalve modellen met 1,0 l-motor
●
Blijft dit controlelampje branden, dan beschikt
uw voertuig nog steeds over het normale
remvermogen.
Modellen met 1,0 l-motor
Gaat branden tijdens het rijden - Vermijd
●
het gebruik van de parkeerrem en laat uw
voertuig onmiddellijk door een dealer
controleren.
Zorg dat het totale laadgewicht het maximaal
●
toegestane gewicht niet overschrijdt.
Maximum laadgewicht
2
●
Blijft constant branden - Laat uw voertuig
door een dealer controleren.
Bericht
Modellen met
1,0 l-motor
BLZ. 487
—