uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuLichtschakelaars
Lichtschakelaars
■
Handmatige bediening
Modellen met mistlamp achter
Dimlicht
Grootlicht
Grootlicht laten knipperen
Modellen zonder mistlamp achter
Dimlicht
Grootlicht
Grootlicht laten knipperen
Schakelt parkeerlichten,
contourverlichting
*
, achterlichten en
kentekenplaatverlichting achter in
Schakelt koplampen, parkeerlichten,
contourverlichting
*
, achterlichten en
kentekenplaatverlichting achter in
* Niet beschikbaar op alle modellen
224
Door aan de lichtschakelaar te draaien, wordt de
verlichting in- en uitgeschakeld, ongeacht de
instelling van de voedingsmodus of de stand van de
contactschakelaar.
■
Grootlicht
Duw de hendel naar voren tot een klik hoorbaar is.
■
Dimlichten
Trek in de stand grootlicht de hendel terug om naar
dimlichten terug te gaan.
■
Grootlicht laten knipperen
Trek de hendel terug en laat deze los.
Modellen met mistlamp achter
■
Lichten uit
Draai de hendel naar OFF wanneer:
•
De schakelhendel in de stand
(
P
met continu variabele transmissie)
•
De parkeerrem is ingeschakeld.
Om de lichten weer in te schakelen, draait u de
hendel naar OFF om de modus lichten uit te
annuleren. Zelfs als u de modus lichten uit niet
annuleert, worden de lichten automatisch
ingeschakeld wanneer:
•
De schakelhendel uit de stand
(modellen met continu variabele transmissie) en
de parkeerrem wordt vrijgezet.
•
Het voertuig begint te rijden.
1Lichtschakelaars
Modellen met sleutelloos toegangssysteem
Wanneer u de voedingsmodus in de stand VOERTUIG UIT
(STUURSLOT) laat staan terwijl de lichten zijn ingeschakeld,
klinkt een zoemer wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend.
Modellen zonder sleutelloos toegangssysteem
Verwijdert u de sleutel uit de contactschakelaar terwijl de
lampen zijn ingeschakeld, dan klinkt een
waarschuwingszoemer zodra het bestuurdersportier wordt
geopend.
Wanneer de lampen zijn ingeschakeld, dan brandt het
controlelampje voor de lampen in het instrumentenpaneel.
Controlelampje lichten aan
2
Laat de verlichting niet branden wanneer de motor is
afgezet, omdat dit zal leiden tot ontladen van de accu.
staat (modellen
Uw voertuig is uitgerust met een automatisch regelsysteem
voor de koplampen, waarmee de verticale hoek van de
dimlichtkoplampen automatisch wordt ingesteld. Indien u
een grote verandering in de verticale hoek van de koplampen
opmerkt, is er mogelijk een probleem met het systeem. Laat
het voertuig door een dealer controleren.
U moet mogelijk de lichtverdeling van de koplampen
wijzigen.
Beeld koplampen afstellen
2
(
P
wordt gezet
BLZ. 121
BLZ. 561