uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie
Modellen met koplampsproeier
Bericht
●
Modellen zonder sleutelloos toegangssysteem
Bericht
●
●
●
Modellen zonder sleutelloos toegangssysteem met handgeschakelde transmissie
Bericht
●
142
Conditie
Verschijnt wanneer het peil van de ruitensproeiervloeistof
laag is.
Conditie
Verschijnt wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl
de contactschakelaar in de stand ACCESSOIRE
Verschijnt wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl
de contactschakelaar in de stand STUURSLOT
Verschijnt wanneer de contactschakelaar in de stand
q
(
ACCESSOIRE
wordt gezet vanuit AAN
bestuurdersportier is gesloten.)
Conditie
Verschijnt wanneer de contactschakelaar in de stand START
(
e
wordt gezet, zonder dat het koppelingspedaal wordt
ingetrapt.
●
Vul ruitensproeiervloeistof bij.
Ruitensproeiervloeistof bijvullen
2
Zet de contactschakelaar in de stand STUURSLOT
●
(
q
staat.
verwijder de sleutel.
Haal de sleutel uit de contactschakelaar.
●
(
0
staat.
(
w
. (Het
Draai de contactschakelaar en trap het koppelingspedaal in.
●
Uitleg
BLZ. 701
Uitleg
(
0
en
—
Uitleg