uuTijdens het rijdenuLaneWatch
■
De LaneWatch-instellingen aanpassen
U kunt de volgende items aanpassen met behulp van het audio-/informatiescherm.
•
Weerg. mt richtingaanwijz.: Bepaalt of het LaneWatch-scherm wordt weergegeven
wanneer u de richtingaanwijzerhendel bedient.
•
Weergavetijd na Zet Signaal Uit: Wijzigt de periode gedurende welke het LaneWatch-
scherm wordt weergegeven nadat u de richtingaanwijzerhendel naar achteren hebt
getrokken.
•
Referentielijn: Bepaalt of de referentielijnen worden weergegeven in het LaneWatch-
scherm.
•
Display: Voor het aanpassen van instellingen van het display, zoals helderheid, contrast en
zwartniveau. Deze instelling is onderdeel van de instellingengroep Systeem.
2 Instelbare functies BLZ. 396
■
Referentielijnen
* Niet beschikbaar op alle modellen
560
*
Drie lijnen op het scherm geven een indicatie van de
afstand tussen de voertuigen of voorwerpen op het
scherm en uw voertuig. Als een voorwerp zich in de
buurt van lijn 1 (in rood) bevindt, betekent dit dat
het voorwerp zich dicht bij uw voertuig bevindt.
Wanneer een voorwerp zich in de buurt van lijn 3
bevindt, bevindt het voorwerp zich verder weg.
1LaneWatch
*
Het zicht van de LaneWatch-camera is beperkt. De unieke
lens zorgt ervoor dat voorwerpen er op het scherm enigszins
anders uitzien.
De LaneWatch-weergave wordt niet weergegeven wanneer
de schakelhendel in de stand
(
R
staat.
Voor een juiste werking van LaneWatch:
•
De camera bevindt zich in de buitenspiegel aan
passagierszijde. Houd dit gebied altijd schoon. Als de
cameralens is bedekt met vuil of vocht, gebruikt u een
zachte, vochtige doek om de lens schoon en vrij van vuil te
houden.
•
Breng geen stickers of labels aan op de cameralens.
•
Raak de cameralens niet aan.
1Referentielijnen
Het gebied rond referentielijn 1 (rood) bevindt zeer dicht in de
buurt van uw voertuig. Controleer zoals altijd visueel of u veilig
van rijstrook kunt wisselen voordat u van rijstrook wisselt.
De afstand tussen uw voertuig en lijnen 1, 2 en 3 op het
scherm varieert afhankelijk van de verkeersomstandigheden
en de belading van het voertuig. De referentielijnen op het
scherm lijken zich bijvoorbeeld dichterbij te bevinden dan dat
werkelijk het geval is wanneer de achterkant van uw voertuig
zwaarder beladen is.
Raadpleeg een dealer wanneer:
•
De buitenspiegel aan de passagierszijde of het gebied rond
de buitenspiegel ernstig beschadigd is, waardoor de
camerahoek verandert.
•
Het LaneWatch-scherm niet wordt weergegeven.