uuTijdens het rijdenuCruisecontrol
Cruisecontrol
*
Modellen met instelbare snelheidsbegrenzer
Handhaaft een constante voertuigsnelheid zonder dat u uw voet op het gaspedaal hoeft te
houden. Gebruik de cruisecontrol op snelwegen waar u met constante snelheid en weinig gas
geven of afremmen kunt rijden.
Wanneer gebruiken
■
Voertuigsnelheid voor cruisecontrol:
Gewenste snelheid in een bereik vanaf
ongeveer 30 km/h tot ongeveer 200 km/h
Modellen met continu variabele transmissie
■
Schakelposities voor cruisecontrol:
(
D
(
S
In
of
Hoe gebruiken
■
Druk op de knop MAIN op
het stuur
Als een ander controlelampje gaat branden, druk dan op de knop
LIM om over te schakelen naar cruisecontrol.
* Niet beschikbaar op alle modellen
510
*
Houd altijd voldoende afstand tussen
u en het voertuig vóór u
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel brandt
Cruisecontrol is gereed voor gebruik.
1Cruisecontrol
*
WAARSCHUWING
3
Verkeerd gebruik van de cruisecontrol kan tot
een ongeval leiden.
Gebruik de cruisecontrol alleen wanneer u bij
goede weersomstandigheden op een snelweg
rijdt.
Het is mogelijk dat u geen constante snelheid kunt
handhaven bij het beklimmen of afdalen van een helling.
Modellen met handgeschakelde transmissie
Als het motortoerental afneemt, probeert u terug te
schakelen.
U kunt de ingestelde snelheid behouden als u binnen vijf
seconden schakelt.
Wanneer cruisecontrol niet gebruikt wordt:
Schakel cruisecontrol uit door op de knop MAIN te drukken.
Als u in de ECON-modus rijdt, kan het accelereren relatief
langer duren om de ingestelde snelheid te behouden.
U kunt de cruisecontrol en de instelbare snelheidsbegrenzer
niet tegelijkertijd gebruiken.