Wissers en sproeiers
(B225)
Bedieningshendel wissers/sproeiers
Afstelring
*
-
(
: Lage gevoeligheid
*1
-
(
: lagere snelheid, minder wisslagen
(
+
: Hoge gevoeligheid
*1
(
+
: hogere snelheid, meer wisslagen
Trek naar u toe
om de
ruitensproeier in
te schakelen.
MIST
OFF
AUTO
*1
: Snelheid wissers varieert automatisch
INT
*2
: Lage snelheid met onderbreking
LO: langzaam wissen
HI: snel wissen
*1 : Modellen met ruitenwissers met automatisch
wisinterval
*2 : Modellen zonder ruitenwissers met automatisch
wisinterval
Modellen met ruitenwissers met automatisch wisinterval
AUTO moet voorafgaand aan de volgende
situaties altijd OFF worden gezet om ernstige
schade aan het wissersysteem te voorkomen:
● Reinigen van de voorruit
● Door een wasstraat rijden
● Geen regen
Stuurwiel
(B232)
● Om het stuurwiel in te stellen, trekt u de
instelhendel naar u toe en zet u het stuurwiel in
de gewenste positie, waarna u de instelhendel
terugduwt in de vergrendelde stand.
*2
*2
Voorportieren
ontgrendelen vanuit de
binnenkant
(B194)
● Trek aan de binnenhendel van het voorportier
om dit tegelijkertijd te ontgrendelen en te
openen.
Achterklep
(B196)
Achterklepopener
● De achterklep ontgrendelen en openen:
•
Houd de ontgrendelingsknop van de
achterklep aan bestuurderszijde ingedrukt.
•
Druk op de ontgrendelingsknop van de
achterklep op de afstandsbediening.
Modellen met sleutelloos toegangssysteem
•
Druk op de ontgrendelingsknop op de
achterklep als u de afstandsbediening bij u
draagt.
* Niet beschikbaar op alle modellen
19