uuInterieurverlichting/Comfortvoorzieningen interieuruComfortvoorzieningen interieur
■
Draadloze oplader
Voor gebruik van de draadloze oplader moet de voedingsmodus ACCESSOIRE of AAN zijn.
Ga als volgt te werk om een compatibel apparaat op te laden op het gedeelte dat wordt
aangegeven met de markering
Knop
Groen controlelampje
Amber controlelampje
Laadgebied
*1: Standaardinstelling
* Niet beschikbaar op alle modellen
254
*
:
1. Houd de knop
(Aan/Uit)
systeem in
*1
en uit te schakelen.
u
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld,
gaat het groene controlelampje branden.
2. Plaats het apparaat dat u wilt opladen op het
laadstation.
u
Het systeem begint het apparaat automatisch
op te laden en het amber controlelampje gaat
branden.
u
Verzeker u ervan dat het apparaat compatibel
is met het systeem, en dat de oplaadbare zijde
in het midden van het laadgebied is geplaatst.
3. Wanneer het opladen is voltooid, gaat het
groene controlelampje branden.
Afhankelijk van het apparaat blijft het amber
u
controlelampje branden.
1Draadloze oplader
(Aan/uit) ingedrukt om het
*
WAARSCHUWING
3
Metalen voorwerpen tussen het laadblok en het te
laden apparaat worden heet en kunnen
brandwonden veroorzaken.
•
Verwijder altijd vreemde voorwerpen van het
laadblok voordat u het apparaat gaat opladen.
•
Zorg dat het oppervlak stofvrij is en geen vuil bevat
voordat u gaat opladen.
•
Mors geen vloeistoffen (water, dranken, enz. ) op
de oplader en het apparaat.
•
Gebruik geen olie, vet, alcohol, benzine of
verdunner om het oplaadblok te reinigen.
•
Dek het systeem niet af met doeken, kleding of
andere voorwerpen tijdens het opladen enz.
•
Vermijd het gebruik van spuitbussen die in contact
kunnen komen met het oppervlak van het laadblok.
Risico van verbranding:
Metalen voorwerpen geplaatst tussen het laadblok en het
apparaat kunnen heet worden.