uuInterieurverlichting/Comfortvoorzieningen interieuruComfortvoorzieningen interieur
■
Achterbankverwarming
* Niet beschikbaar op alle modellen
260
*
De voedingsmodus moet AAN zijn om de
stoelverwarming te gebruiken.
Er is geen verwarming op de middelste zitplaats van
de achterbank.
In de stand HI wordt de verwarming in- en
uitgeschakeld.
u
Het betreffende controlelampje gaat branden
wanneer de stoelverwarming is ingeschakeld.
Druk kort op de andere kant van de
schakelaar om de verwarming uit te
schakelen. Het controlelampje gaat uit.
1Achterbankverwarming
*
WAARSCHUWING
3
Bij het gebruik van de stoelverwarming kunnen
door hitte brandwonden ontstaan.
Personen met een verminderd vermogen om
temperatuur waar te nemen (bijv. personen met
suikerziekte, beschadiging van de zenuwen van
de onderste ledematen of verlamming) of een
gevoelige huid wordt afgeraden
stoelverwarming te gebruiken.
Gebruik de stoelverwarming niet in de stand LO bij afgezette
motor. Onder dergelijke omstandigheden kan de accu
zwakker worden, waardoor de motor lastig start.
In de stand LO draait de verwarming continu en schakelt
deze niet automatisch uit.