Rijden
(B463)
Handgeschakelde transmissie
Continu Variabele Transmissie
● Zet de schakelhendel in de stand
motor start.
Schakelen
Modellen met
Modellen zonder
schakelflippers
schakelflippers
Parkeren
Motor uitschakelen of starten.
Transmissie is vergrendeld.
Achteruit
Voor het achteruitrijden.
Neutraal
Transmissie is niet vergrendeld.
Rijden
● Normaal rijden.
● Op modellen met schakelflippers kan de
handmatige schakelmodus met 7
versnellingen tijdelijk worden gebruikt.
28
*
(B491)
*
(B484, 486)
P
(
en druk het rempedaal in zodra u de
Trap het rempedaal in en druk op de
ontgrendelingsknop om de schakelhendel
(
P
uit de stand
te zetten.
Verzet de schakelhendel zonder de
ontgrendelingsknop in te drukken.
Druk op de ontgrendelingsknop om de
schakelhendel te kunnen verzetten.
Schakelhendel
Ontgrende-
lingsknop
Handmatige schakelmodus met 7 versnellingen
● Met schakelflippers kan net als bij een handgeschakelde transmissie worden geschakeld (1e
tot en met 7e versnelling). Dit is handig om op de motor te kunnen remmen.
Wanneer de schakelhendel in
● de transmissie schakelt weer terug naar de automatische modus zodra
het systeem ontdekt dat het voertuig met constante snelheid rijdt.
Wanneer de schakelhendel in
● houd de gekozen versnelling vast en het controlelampje M gaat branden.
Standindicator van de schakelhendel
Controlelampje M
● De gekozen versnelling wordt
op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Rijden (S)
Gebruikt:
● Voor betere acceleratie.
● Sterker afremmen op de motor.
● Bij op- en afrijden van hellingen.
● Op modellen met schakelflippers kan de handmatige
schakelmodus met 7 versnellingen worden gebruikt.
Laag
*
Gebruikt:
● Voor sterker afremmen op de motor.
● Bij op- en afrijden van hellingen.
(B488)
*
(
D
staat
(
S
staat
Schakel-
controle-
lampje
Schakelflipper ( – )
Schakelflipper ( + )