Modellen met handgeschakelde transmissie
Schakelen
■
Bediening van de schakelhendel
Trap het koppelingspedaal volledig in om de schakelhendel te bedienen en te schakelen en laat
vervolgens het pedaal langzaam opkomen.
Trap het koppelingspedaal in en pauzeer enkele seconden voordat u schakelt naar
schakel even naar een van de vooruitversnellingen. Hierdoor stoppen de tandwielen zodat ze
niet gaan "schuren".
Zet uw voet niet op het koppelingspedaal wanneer
u niet aan het schakelen bent. Hierdoor kan de
koppeling sneller slijten.
WORDT VERVOLGD
1Schakelen
ATTENTIE
Schakel niet naar
(
R
(
R
Naar
schakelen voordat het voertuig volledig stilstaat,
kan schade aan de transmissie veroorzaken.
(
R
of
ATTENTIE
Ga voordat u terugschakelt na of de motor niet in de rode
zone van de toerenteller terechtkomt. Als dit gebeurt, kan
dat uw motor ernstig beschadigen.
Op de schakelhendel zit een metalen deel. Als het voertuig
op een hete dag lang buiten geparkeerd stond, wees dan
voorzichtig voordat u de schakelhendel beweegt. Door de
warmte kan de schakelhendel uitzonderlijk heet zijn. Als de
buitentemperatuur laag is, kan de schakelhendel koud
aanvoelen.
Overschrijdt u de maximumsnelheid voor de versnelling
waarin u rijdt, dan komt het motortoerental in de rode zone
van de toerenteller terecht. Gebeurt dit, dan kunt u een
lichte schok voelen.
uuTijdens het rijdenuSchakelen
voordat het voertuig volledig stilstaat.
491