■
Andere voorzorgsmaatregelen
Stop op een veilige plek in geval van een klap tegen een voorwerp onder het voertuig.
Controleer de onderzijde van het voertuig op beschadigingen of eventuele vloeistoflekkages.
Continu Variabele Transmissie
■
Kruipen
De motor draait met een hoger stationairtoerental en het kruipen neemt toe.
Houd het rempedaal goed ingetrapt wanneer u bent gestopt.
■
Kickdown
Door het gaspedaal snel in te trappen bij het beklimmen van een helling kan de transmissie
terugschakelen, waardoor de voertuigsnelheid onverwacht kan toenemen. Trap het gaspedaal
rustig in, met name op gladde wegdekken en in bochten.
* Niet beschikbaar op alle modellen
*
uuTijdens het rijdenuContinu Variabele Transmissie
1Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Als onder het rijden de contactschakelaar in de stand
ACCESSOIRE
q
(
*1
wordt gezet, wordt de motor
uitgeschakeld en stopt ook de werking van de
stuurbekrachtiging en de rembekrachtiging, zodat het
voertuig niet kan worden bediend.
(
N
Zet de schakelhendel niet in de
-stand, aangezien u
daardoor het motorremeffect verliest (evenals het
acceleratievermogen).
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben
een knop ENGINE START/STOP in plaats van een
contactschakelaar.
Vermijd tijdens de eerste 1000 km plotselinge acceleratie of
volgas om schade aan de motor of de aandrijflijn te
voorkomen.
Vermijd hard remmen tijdens de eerste 300 km.
Dit hoort u ook in acht te nemen wanneer de remblokken
zijn vervangen.
1In de regen
Wees voorzichtig wanneer er sprake is van aquaplaning.
Wanneer u met te hoge snelheid rijdt op een weg die onder
water staat, vormt zich een laag water tussen de banden en
het wegdek. In dit scenario kan het voertuig niet reageren op
bedieningsinputs zoals de stuurinrichting en remmen.
Rem langzaam af wanneer u terugschakelt. Als de weg glad
is, kan plotseling afremmen op de motor ertoe leiden dat de
banden slippen.
*
483