uuControlelampjesu
Controlelampje
Naam
Controlelampjes
richtingaanwijzers en
alarmknipperlichten
Controlelampje
grootlicht
Controlelampje
lichten aan
Controlelampje
mistlamp voor
Controlelampje
mistlamp achter
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in plaats van een contactschakelaar.
* Niet beschikbaar op alle modellen
116
Aan/Knipperend
●
Knippert wanneer u de
richtingaanwijzerschakelaar bedient.
●
Knipperen samen met alle
richtingaanwijzers wanneer u de
alarmknipperlichtschakelaar indrukt.
Modellen met noodstopsignaal
●
Knipperen samen met alle
richtingaanwijzers wanneer u het
rempedaal intrapt terwijl met hoge
snelheid wordt gereden.
●
Gaat branden wanneer grootlicht
wordt ingeschakeld.
Gaat branden wanneer de
●
verlichtingsschakelaar in een andere
stand dan OFF staat, of wanneer de
schakelaar is ingesteld op AUTO
de buitenverlichting gaat branden.
Gaat branden wanneer de voorste
●
mistlampen worden ingeschakeld.
*
Gaat branden wanneer de achterste
●
mistlamp wordt ingeschakeld.
*
Uitleg
●
Knippert niet of knippert snel
Lampen vervangen
2
BLZ. 676, 678, 679
Noodstopsignaal
2
—
Als u de sleutel uit de
●
contactschakelaar
*1
verwijdert
terwijl de exterieurlichten zijn
*
en
ingeschakeld, dan klinkt er een
alarm zodra het bestuurdersportier
wordt geopend.
—
—
Bericht
*
—
BLZ. 611
—
—
—
—