Pagina 1
ISTRUZIONI PER L'INSTALLAZIONE E LA MANUTENZIONE (IT) INSTRUCTIONS DE MISE EN SERVICE ET D'ENTRETIEN (FR) INSTRUCTIONS FOR INSTALLATION AND MAINTENANCE (GB) INSTALLATIONSANWEISUNG UND WARTUNG (DE) INSTRUCTIES VOOR INGEBRUIKNAME EN ONDERHOUD (NL) INSTRUCCIONES PARA LA INSTALACIÓN Y EL MANTENIMIENTO(ES) ΟΔΗΓΙΕΣ ΓΙΑ ΤΗΝ ΕΓΚΑΤΑΣΤΑΣΗ ΚΑΙ ΣΥΝΤΗΡΗΣΗ (GR) KULLANIM VE BAKIM TALİMATLARI(TR) NÁVOD NA INŠTALÁCIU A ÚDRŽBU (SK) ИНСТРУКЦИИ...
NEDERLANDS 4. HANTERING Neem de geldende voorschriften voor ongevallenpreventie in acht. Gevaar voor beknelling. De pomp kan zwaar zijn, gebruik geschikte hefmethoden en draag altijd persoonlijke beschermingen. Controleer het gewicht van het product voordat u het verplaatst, om voor een geschikt hefwerktuig te zorgen. 4.1 Opslag Alle pompen moeten overdekt worden opgeslagen, op een droge plaats waar de luchtvochtigheid zo mogelijk constant is, vrij van trillingen en stof.
NEDERLANDS 7.1 Installatie van de pomp De elektropomp moet geïnstalleerd worden in een goed geventileerde ruimte met een omgevingstemperatuur niet hoger dan 50°C. − − De elektropompen met beschermingsklasse IP55 kunnen worden geïnstalleerd in stoffige en vochtige omgevingen zonder speciale beschermende maatregelen tegen de weersomstandigheden.
Dan kan de pomp na de koppeling beschermingen te zijn nagegaan of goed geplaatst zijn, weer aangezet worden. Voor de aanzuiging gaat u als volgt te werk: NKV (Afb.7): Alvorens de pomp te vullen via de vulopening dient u de aftapnaald//dop gedeeltelijk los te schroeven (in de vulfase is het −...
POMP TYPE MAXIMALE AANTAL STARTEN/PER UUR NKV 10 10 ÷ 15 NKV 15 - NKV 20 NKV 32 - NKV 45 5 ÷ 10 NKV 65 - NKV 95 Wanneer de elektropomp voor langere tijd buiten werking blijft, bij een temperatuur onder de 0°C, dient het pomphuis volledig te worden −...
Pagina 7
NEDERLANDS De (externe) motorbeveiliging wordt Herstel de ontbrekende fase. − Controleer of alle fasen aanwezig zijn. meteen na de start geactiveerd. Vervang het betreffende component of maak − Controleer op mogelijke geopende of vuile het schoon. contacten in de beveiliging. Vervang de motorkast met stator of herstel −...
Pagina 8
ISTRUZIONI PER L'INSTALLAZIONE E LA MANUTENZIONE INSTRUCTIONS DE MISE EN SERVICE ET D'ENTRETIEN INSTRUCTIONS FOR INSTALLATION AND MAINTENANCE INSTALLATIONSANWEISUNG UND WARTUNG INSTRUCTIES VOOR INGEBRUIKNAME EN ONDERHOUD INSTRUCCIONES PARA LA INSTALACION Y EL MANTENIMIENTO INSTALLATIONS- OCH UNDERHÅLLSANVISNINGAR РУКОВОДСТВО ПО МОНТАЖУ И ТЕХНИЧЕСКОМУ ОБСЛУЖИВАНИЮ INSTRUCTIUNI DE INSTALARE SI INTRETINERE INSTALLÁCIÓS ÉS KARBANTARTÁSI UTASÍTÁS NSTRUKCJA INSTALACJI I KONSERWACJI...
Pagina 10
NEDERLANDS 2 NKP-G 65 ... Elektrische Hoofdpomp Elektrische Pilotpomp LET OP! DE GROEP WORDT GELEVERD MET DE AFVOERDOP VAN HET POMPHUIS LOSGESCHROEFD! DE AFVOERDOP BEVINDT ZICH IN HET ZAKJE DAT AAN DE GROEP BEVESTIGD IS! 7 - Druksensor 1 - Elektropomp 2 - Onderstel elektropomp 8 - Manometer met draagkraan en houder schakelpaneel...
Pagina 11
NEDERLANDS INHOUDSOPGAVE pag. ALGEMEEN RICHTLIJNEN 2.1. Gekwalificeerd technisch personeel 2.2. Veiligheid 2.3. Verantwoordelijkheid INSTALLATIE ELEKTRISCHE AANSLUITING START INSTRUCTIES VOOR HET BEDRIJF VAN DE GROEP ELEKTRISCHE COMPENSATIEPOMP ONDERHOUD 8.2. Het opsporen en verhelpen van storingen ALGEMEEN Lees deze documentatie aandachtig door alvorens over te gaan tot de installatie. De installatie en de functionering dienen te voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van het land waar het product geïnstalleerd wordt.
NEDERLANDS 3.3. Neem bij het construeren van de aanzuigleiding alle maatregelen die nodig zijn om drukverliezen tot een minimum te beperken en de vorming van luchtzakken te voorkomen: a) Plaats de groep zo dicht mogelijk bij de voedingsbron. b) De diameter van de aanzuigleiding mag nooit kleiner zijn dan die van de collector. c) Plaats de aanzuigleiding horizontaal of met een lichte helling naar de groep toe (afb.
Pagina 13
NEDERLANDS 5.3. Onderstaande werkzaamheden uitvoeren zonder het paneel onder spanning te zetten. Monteer de expansievaten op de hiervoor bestemde moffen van de perscollector. Het is mogelijk de accumulatiecapaciteit te verhogen door aansluiting van nog meer vaten via eerder tussen de verbindingsmof van het expansievat en het expansievat zelf gemonteerde “T”-verbindingsstukken .
Pagina 14
Er is een groep met te kleine dimensies De groep vervangen, raadpleeg de GEVRAAGDE gekozen verhouding Technische catalogus Dab. KARAKTERISTIEKEN NIET. karakteristieken van de installatie. Te hoog waterverbruik ten opzichte van Verhoog de capaciteit van de put of van de capaciteit van de put (groep boven de het reservoir voor eerste opvang.
Pagina 15
ISTRUZIONI PER L'INSTALLAZIONE E LA MANUTENZIONE INSTRUCTIONS FOR INSTALLATION AND MAINTENANCE INSTRUCTIONS POUR L'INSTALLATION ET LA MAINTENANCE INSTALLATIONS- UND WARTUNGSANLEITUNGEN INSTRUCCIONES DE INSTALACIÓN Y MANTENIMIENTO РУКОВОДСТВО ПО МОНТАЖУ И ТЕХНИЧЕСКОМУ ОБСЛУЖИВАНИЮ INSTRUCTIES VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD INSTALLATIONS- OCH UNDERHÅLLSANVISNING KURMA VE BAKIM BİLGİLERİ ΟΔΗΓΙΕΣ...
Pagina 16
NEDERLANDS INHOUD LEGENDA........................................366 WAARSCHUWINGEN ....................................366 AANSPRAKELIJKHEID ..................................... 366 ALGEMEEN ....................................... 367 Toepassingen ..................................367 Technische kenmerken ................................368 1.2.1 Omgevingstemperatuur..............................370 INSTALLATIE ....................................370 Bevestiging van het apparaat ..............................370 2.1.1 Bevestiging door middel van trekstangen......................... 371 2.1.2 Bevestiging door middel van schroeven ...........................
Pagina 17
NEDERLANDS BETEKENIS VAN DE AFZONDERLIJKE PARAMETERS ........................ 399 Menu Gebruiker ..................................399 6.1.1 FR: weergave van de rotatiefrequentie ..........................399 6.1.2 VP: weergave van de druk ............................... 399 6.1.3 C1: weergave van de fasestroom............................. 399 6.1.4 PO: Weergave van het afgegeven vermogen ........................399 6.1.5 SM: systeembewaking (monitor) ............................
Pagina 18
NEDERLANDS 6.6.13 Set-up van de digitale hulpingangen IN1, IN2, IN3, IN4 ....................412 6.6.13.1 Deactivering van de functies die zijn toegekend aan de ingang ................413 6.6.13.2 Instelling functie externe vlotter ..........................413 6.6.13.3 Instelling functie ingang hulpdruk ..........................414 6.6.13.4 Instelling activering van het systeem en reset fouten ....................
Pagina 19
NEDERLANDS INDEX VAN DE AFBEELDINGEN Afbeelding 1: curve stroombeperking in functie van de temperatuur ...................... 370 Afbeelding 2: Demontage van het deksel voor toegang tot de aansluitingen..................371 Afbeelding 2a: Installatievoorbeeld met monofasevoeding ........................372 Afbeelding 2b: Installatievoorbeeld met driefasevoeding ........................372 Afbeelding 3: Elektrische aansluitingen ..............................
NEDERLANDS LEGENDA In de tekst zijn de volgende symbolen gebruikt: Algemeen gevaar. Het niet in acht nemen van de voorschriften die door dit symbool worden voorafgegaan, kan leiden tot persoonlijk letsel en materiële schade. Gevaar voor elektrische schok. Het niet in acht nemen van de voorschriften die door dit symbool worden voorafgegaan, kan ernstig gevaar voor persoonlijk letsel opleveren.
NEDERLANDS 1 ALGEMEEN Inverter voor driefase pompen, bestemd voor de drukverhoging in hydraulische installaties door middel van drukmeting en optioneel ook stromingsmeting. De inverter is in staat om de druk van een hydraulisch circuit constant te houden door het aantal omwentelingen/minuut van de elektropomp te variëren en schakelt door middel van sensoren automatisch in en uit op grond van de vereisten van het hydraulische systeem.
NEDERLANDS Technische kenmerken De Tabel 1 toont de technische kenmerken van de producten van de lijn waar het handboek betrekking op heft Technische kenmerken MCE-22/P MCE-15/P MCE-11/P Spanning [VAC] 220-240 220-240 220-240 (Tol. +10/-20%) Fasen Voeding van de inverter Frequentie [Hz] 50/60 50/60 50/60...
NEDERLANDS 1.2.1 Omgevingstemperatuur Bij omgevingstemperaturen die hoger zijn dan de temperaturen die zijn vermeld in Tabel 1 kan de inverter nog werken, maar is het noodzakelijk de door de inverter afgegeven stroom te beperken volgens de specificaties in Afbeelding 1. Omgevingstemperatuur [°C] Afbeelding 1: curve stroombeperking in functie van de temperatuur 2 INSTALLATIE...
NEDERLANDS 2.1.1 Bevestiging door middel van trekstangen Voor dit type bevestiging worden speciaal gevormde trekstangen geleverd die aan de ene kant een dwarse bevestigingspin hebben en aan de andere een haak met een moer. Daarnaast wordt een schroef meegeleverd die dient om de inverter te centreren. De schroef moet met wat schroefdraadpasta worden vastgeschroefd in het middelste gat van de koelrib.
Pagina 26
NEDERLANDS Inverter driefasevoeding Tabel 2a: Types mogelijke lekstromen naar aarde Als er een differentieelschakelaar wordt gebruikt met inverter met driefasevoeding, voor zover compatibel met het bovenstaande en de veiligheidseisen van de installatie, wordt geadviseerd een schakelaar te gebruiken die beveiligd is tegen foutieve uitschakelingen. Afbeelding 3a: Installatievoorbeeld met monofasevoeding Afbeelding 4b: Installatievoorbeeld met driefasevoeding Het apparaat moet worden verbonden met een hoofdschakelaar die alle voedingspolen verbreekt.
Pagina 27
NEDERLANDS Tabel 3b: Min. afstand tussen de contacten van de voedingsschakelaar Opgenomen stroom en capaciteit van de magnetothermische schakelaar voor het maximumvermogen MCE-22/P MCE-15/P MCE-11/P Voedingsspanning [V] 230 V 230 V 230 V Max. door de motor opgenomen stroom [A] 10,5 Max.
Pagina 28
NEDERLANDS 20 A 24 A 28 A Gegevens voor kabels van PVC met 3 geleiders (3 fasen + aarde) Tabel 5: Doorsnede van de voedingskabel eenfase lijn 2.2.1.2 Aansluiting op de voedingslijn MCE-150/P – MCE-110/P – MCE-55/P – MCE-30/P De aansluiting tussen de driefase voedingslijn en inverter moet plaatsvinden met een kabel met 4 geleiders (3 fasen + aarde). De kenmerken van de voeding moeten overeenstemmen met hetgeen is aangegeven in Tabel 1.
NEDERLANDS Afbeelding 6: Aansluiting pomp MCE 22/P – MCE 15/P – MCE 11/P Als de aardlijnen per abuis worden aangesloten op een klem die niet de aardklem is, kan het hele apparaat hierdoor onherstelbaar beschadigd worden. Der irrtümliche Anschluss der Stromleitung an die Ausgänge kann zu irreparablen Schäden am Gerät führen. Doorsnede van de kabel in mm²...
NEDERLANDS De verbinding tussen de elektropomp en de sensoren mag geen aftakkingen hebben. De afmetingen van de leiding moeten geschikt zijn voor de geïnstalleerde elektropomp. Sterk vervormbare installaties kunnen het ontstaan van oscillaties in de hand werken; wanneer dit gebeurt, kan het probleem worden opgelost door aanpassing van de regelparameters “GP”...
NEDERLANDS De sensoren moeten worden verbonden met de hiervoor bestemde ingangen met de opschriften "Press" en "Flow" zie Afbeelding 6. Afbeelding 8: Aansluitingen sensoren 2.2.3.1 Aansluiting van de druksensor De inverter accepteert twee types druksensoren: Ratiometrisch 0 – 5V (Spanningsensor die moet worden aangesloten op de connector press1) Op 4 - 20 mA (Stroomsensor die moet worden aangesloten op de connector J5) De druksensor wordt samen met de bijbehorende kabel geleverd en de kabel en de aansluiting op de kaart veranderen al naargelang het gebruikte type sensor.
Pagina 32
NEDERLANDS Afbeelding 9: Aansluiting druksensor 4 - 20 mA Aansluitingen van de sensor 4 – 20mA Aansluiting enkele inverter Klem Aan te sluiten kabel Groen (OUT -) 8 -10 Geleidingsbrug Bruin (IN +) Tabel 7: aansluiting van de druksensor 4 - 20 mA Om de stroomsensor voor de druk te kunnen gebruiken, moet deze geconfigureerd worden via de software, parameter PR menu installateur, zie paragraaf 6.5.7.
Pagina 33
NEDERLANDS Verbind de connector 8 van J5 van de 1° inverter met de connector 7 van J5 van de 2° inverter. Herhaal deze handeling • voor alle inverters van de keten (gebruik afgeschermde kabel). Maak op de laatste inverter een geleidingsbrug tussen connector 8 en 10 van J5 om de keten te sluiten. •...
NEDERLANDS 2.2.4 Elektrische aansluitingen gebruikersingangen en -uitgangen De inverters zijn voorzien van 4 ingangen en 2 uitgangen om bepaalde i nterface-oplossingen met meer complexe installaties te kunnen realiseren. Op Afbeelding 9 en Afbeelding 10 ziet u voorbeelden van mogelijke configuraties van de ingangen en de uitgangen. De installateur kan ermee volstaan de gewenste ingangs- en uitgangscontacten te bedraden en de functies ervan naar wens te configureren (zie paragrafen 6.6.13 en 6.6.14).
NEDERLANDS I 2: Pin 15 en 16 I 3: Pin 13 en 14 I 4: Pin 12 en 13 De inschakeling van de ingangen kan zowel bij gelijkstroom als wisselstroom op 50-60 Hz plaatsvinden. Hieronder volgt een overzicht van de elektrische kenmerken van de ingangen Tabel 7. Kenmerken van de ingangen Ingangen DC [V] Ingangen AC 50-60 Hz [Vrms]...
NEDERLANDS Afbeelding 12: Voorbeeld van aansluiting van de ingangen Bedrading ingangen (J5) ingang verbonden met ingang verbonden met spanningloos contact spanningvoerend signaal Spanningloos contact tussen de Geleidingsbrug Pin aansluiting signaal Ingang pinnen 16 -18 11 - 17 16-17 16 -18 11 - 15 15-16 13 -18...
Pagina 37
NEDERLANDS Met verwijzing naar het voorbeeld dat gegeven wordt in Afbeelding 10 en met gebruikmaking van de fabrieksinstellingen van de ingangen (I1 = 1; I2 = 3; I3 = 5; I4=10) verkrijgt u: Wanneer de schakelaar op I1 sluit, blokkeert de pomp en wordt "F1" gesignaleerd •...
NEDERLANDS 3 HET TOETSENBORD EN HET DISPLAY Afbeelding 13: Aanzien van de gebruikersinterface De interface met de machine bestaat uit een display oled 64 X 128, geel met een zwarte achtergrond en 4 druktoetsen ("MODE", "SET", "+", "-"), zie Afbeelding 11. Door het indrukken van willekeurig welke van de toetsen "SET", "+", "-"...
NEDERLANDS Menu's De complete structuur van alle menu's en van alle menupunten waaruit deze bestaan is te zien in Tabel 11. Toegang tot de menu's Vanuit het hoofdmenu kunt u op twee manieren naar de verschillende andere menu's gaan: Rechtstreekse toegang met toetsencombinaties Toegang door de naam te selecteren in een vervolgmenu 3.2.1 Rechtstreekse toegang met toetsencombinaties...
NEDERLANDS Beperkt menu (zichtbaar) Uitgebreid menu (rechtstreekse toegang of wachtwoord) Hoofdmenu Menu Menu Monitor Menu Setpoint Menu Menu Menu Gebruiker (bewaking) Handbediening Installateur Technische mode-set Service mode set-min set-plus-min mode-set-min mode-set-plus MAIN (Hoofdpagina) Frequentie Weergave van de Druk Frequentie Nominale Tijd blokkering richting stroming...
NEDERLANDS In de menuselectiepagina verschijnen de namen van de menu's die men kan oproepen en één van de menu's zal gemarkeerd zijn door een balk (zie Afbeelding 12). Met de toetsen + en - verplaatst u de markeerbalk totdat u het gewenste menu heeft geselecteerd. Open het menu door op SET te drukken.
Pagina 42
NEDERLANDS Frequentie: waarde in [Hz] Druk: waarde in [bar] of [psi] afhankelijk van de ingestelde meeteenheid. Indien van toepassing kunnen verschijnen: Foutindicaties Waarschuwingsindicaties Indicatie van de functies die aan de ingangen zijn toegekend Specifieke pictogrammen Een overzicht van de fout- of statuscondities die op de hoofdpagina kunnen worden weergegeven, staat in Tabel 12. Fout- of statuscondities Identificatiecode Beschrijving...
NEDERLANDS Indicaties in de statusbalk onder aan iedere pagina Identificatiecode Beschrijving Elektropomp aan Elektropomp uit FAULT Aanwezigheid van een fout die de aansturing van de elektropomp verhindert Tabel 15: indicaties in de statusbalk In de pagina's met parameters kan het volgende te zien zijn: numerieke waarden en meeteenheid van de actuele parameter, waarden van andere parameters die gekoppeld zijn aan de instelling van de actuele parameter, grafische balk, lijsten, zie Afbeelding 14.
NEDERLANDS 4 MULTI INVERTER SYSTEEM Inleiding multi inverter systemen Onder multi inverter systeem verstaat men een pompgroep gevormd uit een geheel van pompen waarvan de persleidingen samenkomen in een gemeenschappelijke verzamelleiding (collector). Iedere pomp van de groep is verbonden met zijn eigen inverter en de inverters communiceren met elkaar via de hiervoor bestemde aansluiting (Link).
NEDERLANDS Afbeelding 17: Aansluiting Link LET OP: gebruik alleen kabels die bij de inverter of als accessoire hiervan worden geleverd (het is geen normale in de handel verkrijgbare kabel). 4.2.2 Sensoren Om te kunnen werken heeft een drukverhogingsgroep tenminste één druksensor nodig en, als optie, één of meer stromingsensoren. Als druksensoren kunnen ratiometrische sensoren van 0-5V gebruikt worden en in dit geval kan er één per inverter worden aangesloten, of als alternatief stroomsensoren van 4-20mA en in dit laatste geval kan er slechts één worden aangesloten.
NEDERLANDS Het aantal gemonteerde ratiometrische druksensoren (0-5V) kan naar gevarieerd worden tussen één en het maximumaantal aanwezig inverters. Er kan daarentegen slechts één druksensor 4-20mA gemonteerd worden, zie paragraaf 2.2.3.1. 4.2.3 Aansluiting en instelling van de optisch gekoppelde ingangen De ingangen van de inverter zijn optisch gekoppeld, zie par 2.2.4 en 6.6.13 dit betekent dat de galvanische isolatie van de ingangen ten opzichte van de inverter gegarandeerd is, ze dienen voor het activeren van de functies vlotter, hulpdruk, deactivering van het systeem, lage druk op de aanzuiging.
NEDERLANDS Diameter van de leiding Frequentie nuldebiet Minimumdrempel debiet Min. druk voor uitschakeling wegens ontbreken water Uitwisseltijd Versnelling Aantal actieve inverters Aantal tegelijk werkende inverters Draaggolffrequentie Dry run tijd Uitschakeltijd na het lagedruksignaal ...
NEDERLANDS Eerste start van een multi-inverter systeem Breng de elektrische en hydraulische aansluitingen van het hele systeem tot stand zoals beschreven in par 2.2 en in par 4.2. Schakel één inverter tegelijk in en configureer de parameters zoals beschreven in hoofdst. 5 waarbij u er oplet dat, alvorens een inverter in te schakelen, alle andere inverters geheel zijn uitgeschakeld.
NEDERLANDS de configuratie van de inverter (enable of reserve). De prioriteitsverwisseling voorziet dat de inverter die al 23 uur stil staat de maximumprioriteit krijgt in de startvolgorde. Zodra er vloeistof toegevoerd moet worden, zal deze pomp als eerste starten. De als reserve geconfigureerde inverters hebben voorrang ten opzichte van de anderen.
NEDERLANDS 5.1.2 Instelling van de nominale frequentie Vanuit het menu Installateur (als u RC net heeft ingesteld bent u daar al, anders opent u dit menu zoals beschreven in de vorige paragraaf 5.1.1) drukt u op MODE en bladert u door de menu's tot aan FN. Stel met de toetsen + - de frequentie in volgens de aanwijzingen uit de handleiding of de gegevens van het kenplaatje van de elektropomp (bijvoorbeeld 50 [Hz]).
NEDERLANDS Modaliteit met minimumfrequentie: in deze modaliteit wordt de uitschakelfrequentie ingesteld op nulstroming. Om deze • modaliteit te gebruiken, gaat u naar de parameter FZ, sluit u de persleiding langzaam af (zodat er geen overdruk ontstaat) en kijkt u bij welke frequentiewaarde de inverter stabiliseert. Stel FZ in op deze waarde + 2. Bijvoorbeeld: als de inverter stabiliseert op 35Hz, stelt u FZ in op 37.
Pagina 52
NEDERLANDS Het oplossen van problemen die zich vaak voordoen bij de eerste installatie Storing Mogelijke oorzaken Oplossingen Het display toont Stroom (RC) van de pomp niet ingesteld. Stel de parameter RC in (zie par. 6.5.1). 1) Geen water. 2) Pomp niet volgezogen. 1-2) Vul de pomp en controleer of er geen lucht in de leiding zit.
NEDERLANDS 6 BETEKENIS VAN DE AFZONDERLIJKE PARAMETERS Menu Gebruiker Wanneer u vanuit het hoofdmenu op de toets MODE drukt (of het selectiemenu gebruikt door op+ of - te drukken), komt u in het MENU GEBRUIKER. Door binnen dit menu nogmaals op de toets MODE te drukken, worden achtereenvolgens de volgende grootheden weergegeven.
Pagina 54
NEDERLANDS om meer ruimte over te laten voor de weergave van het systeem, zal de naam van de parameter SM niet worden aangegeven, maar het opschrift "systeem" midden onder de menunaam. 6.1.6 VE: weergave van de versie Hardware- en softwareversie van het apparaat. Voor firmwareversies 26.1.0 en later geldt ook het volgende: Op deze pagina staan na het voorvoegsel S: de laatste 5 cijfers van het eenduidige serienummer dat is toegewezen voor de connectiviteit.
NEDERLANDS Spaans • Nederlands • Zweeds • Turks • Slowaaks • Roemeens • 6.2.7 HO: bedrijfsuren Toont, op twee regels, de inschakeluren van de inverter en de bedrijfsuren van de pomp. Menu Setpoint Vanuit het hoofdmenu houdt u de toetsen “MODE” en “SET” tegelijk ingedrukt totdat “SP” in het display verschijnt (of gebruikt u het selectiemenu door op + of - te drukken).
NEDERLANDS 6.3.2.4 P4: instelling van de hulpdruk 4 Druk waarbij de druk in de installatie wordt opgevoerd als de hulpdrukfunctie op de ingang 4 wordt geactiveerd. De druk voor herstart van de pomp is niet alleen gekoppeld aan de ingestelde druk (SP, P1, P2, P3, P4) maar ook aan RP drukt de drukvermindering ten opzichte van "SP"...
NEDERLANDS Onder het symbool van het gemeten vermogen PO kan een rond knipperend symbool verschijnen. Dit symbool betekent dat er een vooralarm is wegens overschrijding van het toegestane maximumvermogen. 6.4.5 RT: instelling van de draairichting Als de draairichting van de elektropomp niet correct is, is het mogelijk deze om te keren door deze parameter te veranderen. Als u binnen dit menupunt op de toetsen+ en –...
NEDERLANDS Met de toetsen “+” of “-” selecteert u de gewenste frequentie startend bij 50 [Hz]. De waarden 50 en 60 [Hz] komen het meest voor en hebben een selectieprivilege: bij het instellen van een willekeurige frequentiewaarde zal het stijgen of dalen van de waarde stoppen wanneer men bij 50 of 60 [Hz] komt; om een andere frequentie in te stellen dan één van deze twee waarden dient u iedere druktoets los te laten en tenminste 3 seconden op de toets "+"...
NEDERLANDS sensor van het ratiometrische type kiest (default) moet u de ingang Press 1 gebruiken om de sensor aan te sluiten. Voor een op 4- 20mA stroom werkende sensor moet u de juiste schroefklemmen in de klemmenstrook van de ingangen gebruiken. (Zie Collegamento del sensore di pressione par 2.2.3.1) Instelling van de druksensor Eindwaarde van de...
NEDERLANDS Als FZ te hoog is, kan de elektropomp uitschakelen, ook als er debiet is, om vervolgens weer in te schakelen zodra de druk onder de herstartdruk zakt (zie 6.5.5). Dit kan leiden tot veelvuldig in- en uitschakelen. ook met zeer korte tussenpozen. Als FZ te laag is, is het mogelijk dat de elektropomp nooit uitschakelt als er geen debiet of een zeer laag debiet is.
NEDERLANDS BELANGRIJK: de methode zal alleen doeltreffend zijn als men er bij de langzame sluiting van punt 4) in slaagt om de frequentie op een vaste waarde te laten blijven tot aan de aflezing van de stroming VF. De procedure kan niet als geldig beschouwd worden indien gedurende de tijd volgend op de sluiting de frequentie naar 0 [Hz] gaat;...
NEDERLANDS Als er een algemene debietsensor met pulsuitgang aanwezig is, moet u FK instellen op basis van de aanwijzingen uit de handleiding van de fabrikant van de sensor. In het geval dat FI is ingesteld voor een specifieke voorgedefinieerde sensor, of de werking zonder debietsensor geselecteerd is, is de parameter geblokkeerd.
NEDERLANDS LET OP: wanneer de waarde van FT te hoog wordt ingesteld, kunnen zich ongewenste uitschakelingen voordoen, een te lage waarde daarentegen kan juist tot een ononderbroken werking leiden, zonder dat er ooit wordt uitgeschakeld. 6.5.14 SO: Factor bedrijf zonder vloeistof Stelt een minimumdrempel in van de factor voor bedrijf zonder vloeistof, onder deze drempel wordt ontbreken van water gedetecteerd.
NEDERLANDS 6.6.4 GP: coëfficiënt van proportionele stijging De proportionele term moet over het algemeen verhoogd worden voor systemen die gekenmerkt worden door elasticiteit (leidingen van PVC en met grote doorsnede) en verlaagd in het geval van starre installaties (leidingen van ijzer en nauw). Om de druk in de installatie constant te houden, realiseert , de inverter een controle van het type PI op de gemeten drukfout.
NEDERLANDS 6.6.8.2 NC: gelijktijdig werkende inverters Instelling van het maximumaantal inverters dat gelijktijdig kan werken. Kan waarden tussen 1 en NA aannemen. Als standaardwaarde neemt NC de waarde NA aan, dit betekent dat hoeveel NA ook stijgt, NC de waarde NA aanneemt. Wanneer u een waarde anders dan NA instelt, koppelt u de parameter los van NA en wordt het maximumaantal gelijktijdig werkende inverters vastgelegd op het het ingestelde getal.
NEDERLANDS Wanneer de tijd ET van een inverter verstreken is, wordt de startvolgorde van het systeem opnieuw toegekend om de inverter met de verstreken tijd op de minimumprioriteit te zetten. Het doel van deze strategie is de inverter die al gewerkt heeft zo min mogelijk te gebruiken en de werktijden van de verschillende machines waaruit de groep bestaat zo gelijk mogelijk te houden.
NEDERLANDS Weergave van de actieve functie die is Waarde Functie die is toegekend aan de algemene ingang i toegekend aan de ingang Functies ingang gedeactiveerd Signaal geen water van externe vlotter (NO) Signaal geen water van externe vlotter (NC) Hulp-setpoint Pi (NO) met betrekking tot de gebruikte ingang Hulp-setpoint Pi (NC) met betrekking tot de gebruikte ingang Algemene activering van de inverter via extern signaal (NO) Algemene activering van de inverter via extern signaal (NC)
NEDERLANDS 6.6.13.3 Instelling functie ingang hulpdruk Als men de stromingsensor niet gebruikt (FI=0) en FZ gebruikt wordt volgens de modaliteit met minimumfrequentie (FZ ≠ 0), zijn de hulp-setpoints gedeactiveerd. Het signaal dat een hulp-setpoint activeert, kan aan willekeurig welke van de 4 ingangen worden geleverd (voor de elektrische aansluitingen, zie paragraaf 2.2.4.2).
NEDERLANDS Inverter gedeactiveerd Actief met laag Afwezig + reset van de signaal op de ingang blokkeringen (NC) Aanwezig Inverter geactiveerd Actief met hoog Afwezig Inverter geactiveerd Geen signaal op de ingang (NO) Aanwezig Reset blokkeringen Geen Afwezig Inverter geactiveerd Geen Actief met hoog Inverter signaal op de...
NEDERLANDS Handmatig herstel Aanwezig Normaal Geen Tabel 28: Detectie van het lagedruksignaal (KIWA) 6.6.14 Set-up van de uitgangen OUT1, OUT2 In deze paragraaf worden de functies en de mogelijke configuraties van de uitgangen OUT1 en OUT2 door middel van de parameters O1 en O2 beschreven.
NEDERLANDS Wanneer een wachtwoord wordt gebruikt (waarde van PW anders dan 0) worden alle wijzigingen geblokkeerd en verschijnt op de pagina PW het opschrift "XXXX". Als een wachtwoord is ingesteld, kan door alle pagina's genavigeerd worden, maar bij iedere poging om een parameter te wijzigen, verschijnt een pop-up venster waarin om invoer van het wachtwoord wordt gevraagd.
NEDERLANDS 7 BEVEILIGINGSSYSTEMEN De inverter is uitgerust met systemen die in geval van storingen de pomp, de motor, de voedingslijn en de inverter zelf beschermen. Bij activering van één of meerdere beschermingen, wordt de bescherming met de hoogste prioriteit onmiddellijk op het display gesignaleerd.
NEDERLANDS BBP1 duidt op een fout op de sensor die verbonden is met press1, BP2 duidt op een fout op de sensor die verbonden is met press2, BP3 duidt op een fout op de sensor die verbonden is met het klemmenbord J5 7.1.3 "LP"...
NEDERLANDS Automatisch herstel van foutcondities Indicatie display Beschrijving Automatische herstelprocedure - Iedere 10 minuten een poging, totaal 6 pogingen Blokkering wegens ontbreken - Ieder uur één poging, totaal 24 pogingen water - Iedere 24 uur één poging, totaal 30 pogingen Blokkering wegens lage - Herstel vindt plaats bij terugkeer naar een gespecificeerde lijnspanning.