INHOUDSOPGAVE
1.
ALGEMEEN
2.
RICHTLIJNEN
2.1.
Gekwalificeerd technisch personeel
2.2.
Veiligheid
2.3.
Verantwoordelijkheid
3.
INSTALLATIE
4.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
5.
START
6.
INSTRUCTIES VOOR HET BEDRIJF VAN DE GROEP
7.
ELEKTRISCHE COMPENSATIEPOMP
8.
ONDERHOUD
8.2.
Het opsporen en verhelpen van storingen
ALGEMEEN
1.
Lees deze documentatie aandachtig door alvorens over te gaan tot de installatie.
De installatie en de functionering dienen te voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van het land waar het product
geïnstalleerd wordt. Alle werkzaamheden dienen volgens de juiste technische regels te worden uitgevoerd en uitsluitend door
gekwalificeerd technisch personeel te worden verricht (paragraaf 2.1.), dat beschikt over de door de huidige voorschriften
gevraagde vereisten. Het veronachtzamen van de veiligheidsvoorschriften kan persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur
tot gevolg hebben en doet bovendien de garantie vervallen.
Dit handboek zorgvuldig bewaren, om het ook na de installatie nog te kunnen raadplegen.
2.
RICHTLIJNEN
2.1.
Gekwalificeerd technisch personeel
Het is noodzakelijk de installatie uit te laten voeren door competent en gekwalificeerd personeel, dat beschikt over de
technische kennis die vereist wordt door de specifieke, geldende voorschriften op dit gebied.
Onder gekwalificeerd personeel verstaat men personen die op grond van hun vorming, ervaring en opleiding en op grond
van hun kennis van de betreffende normen, voorschriften, maatregelen voor het voorkomen van ongevallen en van de
bedrijfsomstandigheden, door de verantwoordelijke voor de veiligheid van de installatie zijn geautoriseerd om alle
noodzakelijke werkzaamheden te verrichten en die bij het uitvoeren van deze werkzaamheden elk gevaar weten te herkennen
en vermijden (definitie technisch personeel IEC 60634).
2.2.
Veiligheid
De pomp mag alleen gebruikt worden indien het elektrische systeem beschikt over de veiligheidsinrichtingen die worden voorgeschreven
door de geldende richtlijnen in het land waar het product geïnstalleerd wordt (voor Italië is dit CEI 64/2
2.3.
Verantwoordelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de goede functionering van de groep of voor eventuele
schade die door de groep wordt veroorzaakt, indien deze onklaar gemaakt of gewijzigd is en/of
indien men de groep buiten het aanbevolen werkbereik laat functioneren of zonder de hulp van
onze bedienings- en beveiligingspanelen.
De
fabrikant
onnauwkeurigheden in dit instructiehandboek indien deze te wijten zijn aan druk- of
transcriptiefouten. De fabrikant behoudt zich het recht voor die wijzigingen aan de producten
aan te brengen die hij noodzakelijk of nuttig acht, zonder hiermee de fundamentele
eigenschappen van de producten te veranderen.
3.
INSTALLATIE
3.1.
De groep moet worden geïnstalleerd op een goed geventileerde plek, beschermd tegen de
weersomstandigheden en met een omgevingstemperatuur niet hoger dan 40°C (afb. 1).
Stel de groep zodanig op dat eventuele onderhoudswerkzaamheden zonder moeite kunnen worden
uitgevoerd.
3.2.
Verzeker u ervan dat de leidingen van de installatie op autonome wijze ondersteund zijn en niet met hun
gewicht op de collectors van de groep rusten, om vervormingen of breuk van componenten te voorkomen
(afb. 2).
Het is bovendien raadzaam bij de aansluiting van de collectors op de installatie trildempende koppelingen
aan te brengen.
NEDERLANDS
aanvaardt
daarnaast
geen
enkele
aansprakelijkheid
27
pag.
27
27
27
27
27
27
28
28
29
29
29
29
).
voor
mogelijke