1.2.1
Omgevingstemperatuur
Bij omgevingstemperaturen die hoger zijn dan de temperaturen die zijn vermeld in Tabel 1 kan de inverter nog werken, maar is het
noodzakelijk de door de inverter afgegeven stroom te beperken volgens de specificaties in Afbeelding 1.
2 INSTALLATIE
Voor een correcte hydraulische en mechanische installatie dient u de aanbevelingen uit dit hoofdstuk strikt op te volgen. Nadat de
installatie voltooid is, geeft u stroom aan het systeem en voert u de instellingen uit die zijn beschreven in hoofdstuk 5 ACCENSIONE
E MESSA IN OPERA.
De inverter wordt gekoeld door de koelluchtstroom van de motor, u dient zich er dan ook van te verzekeren dat het
koelsysteem van de motor intact en in goede staat van werking is.
Alvorens installatiewerkzaamheden uit te gaan voeren, u ervan verzekeren dat de voeding naar de motor en de inverter
zijn afgekoppeld.
2.1
Bevestiging van het apparaat
De inverter moet behulp van de hiervoor bestemde bevestigingsset stevig aan de motor worden verankerd. De bevestigingsset moet
gekozen worden op basis van de afmetingen van de motor die u wilt gebruiken.
Er zijn 2 manieren om de inverter aan de motor te bevestigen:
1.
bevestiging door middel van trekstangen
2.
bevestiging door middel van schroeven
NEDERLANDS
Omgevingstemperatuur [°C]
Afbeelding 1: curve stroombeperking in functie van de temperatuur
370