6.
Strip de uiteinden van de besturingskabels. In geval van gevlochten (meeraderige)
geleiders, adereindhulzen aanbrengen aan de blanke adereinden.
7.
Sluit de geleiders aan op de juiste besturingsklemmen.
8.
Maak de besturingskabels mechanisch vast aan de buitenkant van de omvormer.
■
Aanvullende informatie over de besturingsaansluitingen
Geïntegreerde EIA-485 veldbusaansluiting
Het EIA-485 netwerk gebruikt afgeschermde, getwiste kabel met een karakteristieke
impedantie van 100...130 ohm voor datasignalering. De verdeelde capaciteit tussen
geleiders is minder dan 100 pF per meter (30 pF per voet). De verdeelde capaciteit
tussen geleiders afscherming is minder dan 200 pF per meter. Folie of gevlochten af-
scherming is aanvaardbaar.
Sluit de kabel aan op de EIA-485 klem op de omvormer. Volg deze bedradingsinstructies:
•
Bevestig de kabelafschermingen aan elke omvormer, maar sluit ze niet aan op de
omvormer.
•
Sluit de kabelafschermingen alleen aan op de aardklem in de automatiseringscon-
troller.
•
Verbind de signaalmassa(AGND) met de signaalaarde-referentieklem van de auto-
matiseringscontroller. Als de automatiseringscontroller geen signaalaarde-referen-
tieklem heeft, de signaalaarde via een weerstand van 100 ohm Geleiders op de ka-
belafschermingen aansluiten, bij voorkeur in de buurt van de automatiseringscon-
troller.
Elektrische installatie 73