66 Elektrische installatie
Aansluiten van de vermogenskabels
■
Aansluitschema
1
PE
5
4
PE
(L)
1
Omvormer
2
Ontkoppelinrichting
3
Netvoedingskabel
4
Twee beschermende aardegeleiders. De veiligheidsnorm voor omvormers IEC/EN 61800-5-
1 vereist twee PE-geleiders voor een vaste verbinding, indien de doorsnede van de aardege-
leider kleiner is dan 10 mm 2 Cu of 16 mm 2 Al. U kunt bijvoorbeeld de kabelafscherming ge-
bruiken als aanvulling op de vierde geleider.
5
Aparte PE-kabel (lijnzijde). Gebruik een aparte aardekabel of een kabel met een aparte PE-
geleider voor de lijnzijde, indien het geleidingsvermogen van de vierde geleider of afscherming
niet voldoet aan de eisen voor de PE-geleider.
6
Motorkabel
Opmerking: ABB raadt aan om een symmetrische afgeschermde kabel (VFD-kabel) te gebrui-
ken als motorkabel.
7
Aparte PE-kabel (motorzijde). Gebruik een aparte aardekabel voor de motorzijde, indien de
geleidbaarheid van de afscherming niet voldoende is, of indien er geen symmetrisch gecon-
strueerde PE-geleider in de kabel aanwezig is.
8
Aarding van de kabelafscherming over 360 graden. Vereist voor de motorkabel en de kabel
van de remweerstand (indien gebruikt, alleen voor frame R2...R4), aanbevolen voor de ingangs-
voedingskabel.
9
Remweerstand (optioneel, alleen voor frame R2...R4).
L1
L2
L3
8
3
2
L1
L2
L3
(N)
R+
T1/
R-
UDC-
UDC+
U
8
U1
9
T2/
T3/
V
W
6
7
V1
W1
M
PE
3