22 Inleiding
Beknopt stroomschema voor installatie en inbedrijfstelling
Taak
Identificeer de framemaat: R0, R1, R2, R3 of R4.
Planning van de installatie.
Controleer de omgevingsomstandigheden, nominale
waarden en de vereiste luchtstromen voor koeling.
Pak de omvormer uit en controleer de inhoud.
Als de omvormer wordt aangesloten op een IT-systeem
(ongeaard), zorg dan dat het interne EMC-filter niet aan-
gesloten is.
Installeer de omvormer mechanisch.
Leid de kabels.
Sluit de vermogenskabels aan.
Sluit de besturingskabels aan.
Controleer de installatie.
Stel de omvormer in bedrijf.
Zie
Sleutel voor typeaanduiding (pagi-
na 32)
Richtlijnen voor de planning van de
elektrische installatie (pagina 43)
Technische gegevens (pagina 95)
Uitpakken van de levering (pagina 39)
Controle van de compatibiliteit van het
aardingssysteem (pagina 61)
Installeren van de omvormer (pagi-
na 40)
Kabelloop (pagina 51)
Aansluiten van de vermogenska-
bels (pagina 66)
Aansluiting van de besturingska-
bels (pagina 69)
Checklist installatie (pagina 79)
Zie
ACS180 Quick installation and
start-up guide (3AXD50000510344
[English]), and
ACS180 Firmware manu-
al (3AXD50000467860
[English]).