54 Richtlijnen voor de planning van de elektrische installatie
■
Beveiligen van de motor en motorkabel bij kortsluiting
De omvormer beschermt de motorkabel en de motor in een kortsluitingssituatie wan-
neer:
•
de motorkabel de juiste afmetingen heeft
•
het type motorkabel voldoet aan de richtlijnen voor motorkabelselectie van ABB
•
de kabellengte niet groter is dan de toegestane maximumlengte die voor de om-
vormer is opgegeven
•
de instelling van parameter 99.10 Nominaal motorvermogen in de omvormer is gelijk
aan de waarde op het motortypeplaatje.
De elektronische kortsluitingsbeveiliging van de vermogensuitgang voldoet aan de eisen
van IEC 60364-4-41 2005/AMD1.
■
Beveiligen van de omvormer en de voedings- en motorkabels tegen
thermische overbelasting
Als de kabels de juiste afmeting hebben voor de nominale stroom, dan beveiligt de
omvormer zichzelf en de ingangs- en motorkabels tegen thermische overbelasting. Er
zijn geen extra thermische beveiligingen nodig.
WAARSCHUWING!
Als de omvormer op meerdere motoren is aangesloten, gebruik dan een afzon-
derlijke thermische motorbeveiliging ter beveiliging van elke motorkabel en motor
tegen overbelasting. De overbelastingsbeveiliging van de omvormer is afgesteld
op de totale motorbelasting. Het kan zijn dat deze niet uitschakelt bij een over-
belasting in slechts één motor.
■
Beveiliging van de motor tegen thermische overbelasting
Volgens regelgeving moet de motor beveiligd worden tegen thermische overbelasting
en moet de stroom uitgeschakeld worden wanneer oververhitting geconstateerd wordt.
De omvormer bevat een thermische-motorbeveiligingfunctie die de motor beveiligt en
de stroom indien nodig uitschakelt. Afhankelijk van de waarde van een omvormerpara-
meter zal de functie ofwel een berekende temperatuurwaarde bewaken (gebaseerd op
een thermisch model van de motor), ofwel een werkelijke temperatuurindicatie die
door motortemperatuursensors gegeven wordt.
Het model voor thermische beveiliging van de motor ondersteunt het behoud van het
thermische geheugen en de snelheidsgevoeligheid. De gebruiker kan het thermische
model verder afstellen door extra motor- en belastingsgegevens in te voeren.
De meest gebruikelijke temperatuursensors zijn PTC of Pt100.
Voor aanvullende informatie, zie de firmwarehandleiding.