■
Beveiligen van de motor tegen overbelasting zonder thermisch model
of temperatuursensors
Motor-overbelastingsbeveiliging beveiligt de motor tegen overbelasting zonder gebruik
van thermisch motormodel of temperatuursensors.
Motoroverbelastingbeveiliging is vereist en gespecificeerd door meerdere waaronder
de US National Electric Code (NEC), en de gemeenschappelijke UL/ IEC 61800-5-1 norm
samen met / UL IEC 60947-4-1. De normen staan motoroverbelastingsbeveiliging toe
zonder externe temperatuursensors.
De beveiligingsfunctie van de omvormer maakt het mogelijk voor de gebruiker om de
bedrijfsklasse op dezelfde manier te specificeren als de overbelasting-relais gespecifi-
ceerd worden in de normen UL/IEC 60947-4-1 en NEMA ICS 2.
De motor-overbelastingsbeveiliging ondersteunt thermische geheugen-retentie en
toerental-gevoeligheid.
Voor aanvullende informatie, zie de firmwarehandleiding van de omvormer.
Implementeren van een motortemperatuur-sensor aansluiting
WAARSCHUWING!
IEC 61800-5-1 vereisen een dubbele of versterkte isolatie tussen onder spanning
staande delen en toegankelijke delen wanneer:
•
de toegankelijke delen niet geleidend zijn, of
•
de toegankelijke delen zijn geleidend, maar niet verbonden met de bescher-
mende aarde.
Houd u aan deze eis wanneer u de aansluiting van de motortemperatuursensor
op de omvormer plant.
U hebt deze uitvoeringsalternatieven:
1.
Als er dubbele of versterkte isolatie is tussen de sensor en de spanningvoerende
delen van de motor: U kunt de sensor rechtstreeks aansluiten op de analoge/digi-
tale ingang(en) van de omvormer. Zie de instructies voor de aansluiting van de
besturingskabel. Zorg ervoor dat de spanning niet hoger is dan de maximaal toe-
gestane spanning over de sensor.
2.
Als er basisisolatie is tussen de sensor en de spanningvoerende delen van de motor,
of als het isolatietype niet bekend is: U kunt een sensor via een extern relais aan-
sluiten op een digitale ingang van de omvormer. De sensor en het relais moeten
een dubbele of versterkte isolatie vormen tussen de spanningvoerende delen van
de motor en de digitale ingang van de omvormer. Zorg ervoor dat de spanning niet
hoger is dan de maximaal toegestane spanning over de sensor.
Richtlijnen voor de planning van de elektrische installatie 55