•
Het maximum aantal keren dat de omvormer ingeschakeld mag worden is vijf in
tien minuten. Te vaak achter elkaar inschakelen kan het laadcircuit van de DC-con-
densatoren beschadigen.
•
Als u veiligheidscircuits op de omvormer hebt aangesloten (bijvoorbeeld Safe torque
off of noodstop), valideer deze dan bij de inbedrijfstelling. Zie aparte instructies
voor de veiligheidscircuits.
•
Pas op voor hete lucht die uit de luchtuitlaten komt.
•
Bedek de luchtinlaat of -uitlaat niet wanneer de omvormer in bedrijf is.
Opmerking:
•
Als u een externe bron selecteert voor de startopdracht en deze aan is, zal de om-
vormer onmiddellijk na een foutreset opstarten tenzij u de omvormer configureert
voor puls-start. Zie de firmwarehandleiding.
•
Als de omvormer in de afstandsbedieningsmodus staat, kunt u de aandrijving niet
stoppen of starten met het bedieningspaneel.
•
Alleen geautoriseerde personen mogen een slecht werkende omvormer repareren.
Veiligheidsvoorschriften 15