Parameters: 2-** Remmen - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
- Programmeerhandleiding (282 pagina's) ,
- Handleiding (203 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (98 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Parameterbeschrijving
3.4 Parameters: 2-** Remmen
3.4.1 2-0* DC-remmen
Parametergroep voor het configureren van de DC-rem en
de DC-houdfuncties.
2-00 DC-houdstroom
Range:
Functie:
50
[ 0 -
Stel de houdstroom in als een percentage van de in
%
160 %
parameter 1-24 Motorstroom ingestelde nominale
*
]
motorstroom I
. 100% DC-houdstroom komt
M,N
overeen met I
.
M,N
Deze parameter dient om de motorfunctie
(houdkoppel) te handhaven of om de motor voor te
verwarmen.
Deze parameter is actief als DC-houd is
geselecteerd in parameter 1-72 Startfunctie [0] of
parameter 1-80 Functie bij stop [1].
LET OP
De maximumwaarde is afhankelijk van de nominale
motorstroom.
Vermijd 100% stroom gedurende een langere periode,
omdat dit de motor kan beschadigen.
Bij hogere motorvermogens produceren lage waarden
voor DC-houd hogere stromen dan verwacht. Deze
afwijking wordt groter naarmate het motorvermogen
toeneemt.
2-01 DC-remstroom
Range:
Functie:
50
[ 0 -
Stel de stroomwaarde in als een percentage van de
%
1000
nominale motorstroom I
*
%]
parameter 1-24 Motorstroom. 100% DC-houdstroom
komt overeen met I
DC-remstroom wordt toegepast na een
stopcommando, wanneer het toerental lager is dan
de in parameter 2-03 Inschakelsnelh. DC-rem [tpm]
ingestelde begrenzing; wanneer de functie DC-rem
geïnv. actief is; of via de seriële-communicatiepoort.
De remstroom is actief gedurende de periode die
in parameter 2-02 DC-remtijd is ingesteld.
LET OP
De maximumwaarde is afhankelijk van de nominale
motorstroom.
Vermijd 100% stroom gedurende een langere periode,
omdat dit de motor kan beschadigen.
2-02 DC-remtijd
Range:
Functie:
10 s
[0 - 60 s] Bepaal hoe lang de in parameter 2-01 DC-
*
remstroom ingestelde DC-remstroom na
activering moet worden toegepast.
MG33MK10
Programmeerhandleiding
, zie
M,N
.
M,N
Danfoss A/S © 05/2015 Alle rechten voorbehouden.
2-03 Inschakelsnelh. DC-rem [tpm]
Range:
Functie:
Size related
[ 0 - par.
Bepaal het inschakeltoerental van de
*
4-13 RPM]
DC-rem bij activering van de in
parameter 2-01 DC-remstroom
ingestelde DC-remstroom na een
stopcommando.
2-04 Inschakelsnelh. DC-rem [Hz]
Range:
Functie:
LET OP
Size
[ 0 -
related
par. 4-14
*
Parameter 2-04 Inschakelsnelh. DC-
Hz]
rem [Hz] heeft geen effect als
parameter 1-10 Motorconstructie = [1]
PM, niet-uitspr. SPM.
Bepaal het inschakeltoerental van de DC-
rem bij activering van de in
parameter 2-01 DC-remstroom ingestelde
DC-remstroom na een stopcommando.
2-05 Max. referentie
Range:
Functie:
Size
[ par. 3-02 -
Deze parameter geeft toegang tot
related
999999.999
parameter 3-03 Max. referentie voor
*
ReferenceFeed-
oudere producten. De maximumre-
backUnit]
ferentie is de hoogste waarde die
wordt bepaald door de som van
alle referenties. De eenheid voor de
maximumreferentie komt overeen
met de gekozen optie in
parameter 1-00 Configuratiemodus
en de eenheid in
parameter 3-01 Referentie/
terugk.eenheid.
2-06 Parkeerstroom
Range:
Functie:
50 %
[ 0 -
Stel de stroom in als een percentage van de
1000 %]
nominale motorstroom,
*
parameter 1-24 Motorstroom. Wordt gebruikt
wanneer de functie is ingeschakeld in
parameter 1-70 Startmodus PM.
2-07 Parkeertijd
Range:
Functie:
3 s
[0.1 - 60 s] Bepaal hoe lang de in parameter 2-06 Parkeer-
*
stroom ingestelde parkeerstroom na activering
moet worden toegepast.
3
3
61
Advertenties
Inhoudsopgave
