Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 47

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
1-34 Rotorlekreactantie (X2)
Range:
Functie:
Zie Afbeelding 3.6.
LET OP
De parameterwaarde wordt na elke
koppelkalibratie bijgewerkt als optie
[3] 1st start with store of optie [4]
Every start with store is geselecteerd
in parameter parameter 1-47 Torque
Calibration.
LET OP
Deze parameter is alleen relevant
voor ASM.
1-35 Hoofdreactantie (Xh)
Range:
Functie:
Size
[ 1.0000 -
Stel op 1 van de volgende manieren de
related
10000.0000
hoofdreactantie van de motor in:
*
Ohm]
1.
2.
3.
1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)
Range:
Functie:
Size
[ 0 -
Voer de ijzerverliesweerstandswaarde
related
10000.000
(R
) in die nodig is om ijzerverlies in de
*
Fe
Ohm]
motor te compenseren.
De R
Fe
gevonden via een AMA.
De R
Fe
koppelregelingstoepassingen. Laat
MG33MK10
Programmeerhandleiding
Voer een AMA uit op een koude
motor. De frequentieregelaar
meet de waarde van de motor.
Voer de X
-waarde handmatig in.
2
Vraag de waarde op bij de
leverancier van de motor.
Gebruik de standaardinstelling
voor X
. De frequentieregelaar
2
bepaalt de instelling op basis
van de gegevens van het
typeplaatje.
Voer een AMA uit op een
koude motor. De frequentiere-
gelaar meet de waarde van de
motor.
Voer de X
-waarde handmatig
h
in. Vraag de waarde op bij de
leverancier van de motor.
Gebruik de standaard X
-
h
instelling. De
frequentieregelaar bepaalt de
instelling op basis van de
gegevens van het typeplaatje.
-waarde kan niet worden
-waarde is met name belangrijk in
Danfoss A/S © 05/2015 Alle rechten voorbehouden.
1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)
Range:
Functie:
parameter 1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)
op de standaardinstelling staan als R
onbekend is.
1-37 Inductantie d-as (Ld)
Range:
Functie:
Size
[0.0 -
Voer de directe asinductantie van de PM-
related
1000.0
motor in voor fase naar common.
*
mH]
Raadpleeg het datablad voor de
permanentmagneetmotor voor de juiste
waarde.
Wanneer uitsluitend fase-naar-fasegegevens
beschikbaar zijn, moet u de waarde delen
door 2 om de waarde voor fase-common
(sterpunt) te verkrijgen. U kunt de waarde
ook meten met een inductantiemeter.
Hierbij wordt ook rekening gehouden met
de inductantie van de kabel. Deel de
gemeten waarde door 2 en voer het
resultaat in.
Deze parameter is alleen actief als
parameter 1-10 Motorconstructie is ingesteld
op [1] PM, niet-uitspr. SPM (permanentmag-
neetmotor) of [5] Sync. Reluctance.
Gebruik deze parameter voor een instelling
met 1 decimaal. Gebruik
parameter 30-80 Inductantie d-as (Ld) voor
een instelling met 3 decimalen.
Alleen FC 302.
LET OP
De parameterwaarde wordt na elke
koppelkalibratie bijgewerkt als optie
[3] 1st start with store of optie [4]
Every start with store is geselecteerd
in parameter parameter 1-47 Torque
Calibration.
1-38 q-axis Inductance (Lq)
Range:
Size related
[0.000 - 1000
*
mH]
1-39 Motorpolen
Range:
Functie:
Size related
[2 - 128 ]
Stel het aantal motorpolen in.
*
Polen
~n
bij 50 Hz
n
2
2700–2880
4
1350–1450
6
700–960
Tabel 3.6 Aantal polen voor normale toerentalbereiken
Fe
Functie:
Stel de waarde voor de
inductantie van de q-as in. Zie
het motordatablad.
~n
bij 60 Hz
n
3250–3460
1625–1730
840–1153
45
3
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave