Parameterbeschrijving
13-02 Gebeurt. stoppen
Selecteer de booleaanse ingang (TRUE of FALSE) voor het de
deactiveren van de Smart Logic Control.
Option:
of [21] Advanced ETR. Als
waarschuwing 165 ATEX ETR
freq.lim.warning actief is, is de
uitgang 1.
[94]
RS Flipflop 0
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
[95]
RS Flipflop 1
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
[96]
RS Flipflop 2
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
[97]
RS Flipflop 3
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
[98]
RS Flipflop 4
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
[99]
RS Flipflop 5
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
[100] RS Flipflop 6
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
[101] RS Flipflop 7
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
[102] Relay 1
[103] Relay 2
[104] Relay 3
X47/VLT
MCB 113
[105] Relay 4
X47/VLT
MCB 113
[106] Relay 5
X47/VLT
MCB 113
[107] Relay 6
X47/VLT
MCB 113
[108] Relay 7
X34/VLT
[109] Relay 8
X34/VLT
[110] Relay 9
X34/VLT
13-03 SLC resetten
Option:
Functie:
[0]
SLC niet
Handhaaft de in hoofdstuk 3.14 Parameters:
*
resetten
13-** Smart Logic geprogrammeerde instel-
lingen.
[1]
SLC resetten
Stelt alle parameters in
hoofdstuk 3.14 Parameters: 13-** Smart Logic
weer in op de standaardwaarde.
MG33MK10
Programmeerhandleiding
Functie:
®
Extended Relay Card
®
Extended Relay Card
®
Extended Relay Card
®
Extended Relay Card
®
Relay Card MCB 105
®
Relay Card MCB 105
®
Relay Card MCB 105
Danfoss A/S © 05/2015 Alle rechten voorbehouden.
3.14.2 13-1* Comparatoren
Comparatoren worden gebruikt om continue variabelen
(zoals uitgangsfrequentie, uitgangsstroom, analoge ingang
enzovoort) te vergelijken met vast ingestelde waarden.
Par. 13-11
Comparator Operator
Par. 13-10
Comparator Operand
=
TRUE longer than.
Par. 13-12
. . .
Comparator Value
. . .
Afbeelding 3.52 Comparatoren
Er zijn digitale waarden die worden vergeleken met vaste
tijdswaarden. Zie de toelichting bij
parameter 13-10 Comparator-operand. Comparatoren
worden eenmalig geëvalueerd in elk scaninterval. Maak
rechtstreeks gebruik van het resultaat (true of false). Alle
parameters in deze parametergroep zijn arrayparameters
met index 0 tot 5. Selecteer index 0 om comparator 0 te
programmeren, index 1 om comparator 1 te
programmeren, enzovoort.
13-10 Comparator-operand
Option:
Functie:
De opties [1] Referentie % tot [31]
Teller B zijn variabelen die worden
vergeleken op basis van hun waarde.
De opties [50] FALSE tot [186] Omv. in
automodus zijn digitale waarden
(TRUE/FALSE), waarbij de vergelijking
is gebaseerd op de tijdsduur dat ze
TRUE dan wel FALSE zijn. Zie
parameter 13-11 Comparator-operator.
Selecteer de variabele die moet
worden bewaakt door de comparator.
[0]
UITGESCH.
De comparator is uitgeschakeld.
[1]
Referentie
De totale externe referentie in
procenten.
[2]
Terugkopp.
[tpm] of [Hz], afhankelijk van de
instelling in parameter 0-02 Eenh.
motortoerental.
[3]
Motorsnelheid
[tpm] of [Hz], afhankelijk van de
instelling in parameter 0-02 Eenh.
motortoerental.
[4]
Motorstroom
[5]
Motorkoppel
[6]
Motorvermogen
[7]
Motorspanning
[8]
DC-link spanning
[9]
Motor thermisch
Waarde is in procenten.
3
3
143