Parameterbeschrijving
1-05 Configuratie lokale modus
Option:
Functie:
[2]
Als modus
*
par 1-00
1-06 Richting rechtsom
Option:
Functie:
LET OP
Deze parameter kan niet worden
gewijzigd terwijl de motor loopt.
Deze parameter definieert de term rechtsom
die overeenkomt met de richtingpijl op het
LCP. Is te gebruiken om de draairichting van
de as eenvoudig te wijzigen zonder
motordraden te verwisselen.
[0]
Normaal
De motoras draait rechtsom wanneer de
*
frequentieregelaar als volgt is aangesloten:
U⇒U, V⇒V en W⇒W op de motor.
[1]
Geïnverteerd De motoras draait linksom wanneer de
frequentieregelaar als volgt is aangesloten:
U⇒U, V⇒V en W⇒W op de motor.
1-07 Motor Angle Offset Adjust
Range:
Functie:
LET OP
Deze parameter geldt alleen voor de FC
302 en is alleen van toepassing bij gebruik
van een PM-motor in combinatie met
terugkoppeling.
0
[Manual] De functionaliteit van deze optie hangt af van
*
het type terugkoppelingsapparaat. Bij gebruik van
een apparaat voor absolute terugkoppeling zorgt
deze optie ervoor dat de frequentieregelaar de in
parameter 1-41 Offset motorhoek ingestelde offset
van de motorhoek gebruikt.
Bij gebruik van een apparaat voor incrementele
terugkoppeling past de frequentieregelaar de
offset van de motorhoek automatisch aan bij de
eerste start na inschakeling of wanneer de
motorgegevens worden gewijzigd.
[1] Auto
De frequentieregelaar past de offset van de
motorhoek automatisch aan bij de eerste start na
inschakeling of wanneer de motorgegevens
worden gewijzigd, ongeacht het type terugkop-
pelingsapparaat dat is geselecteerd. Dit betekent
dat de opties Manual en Auto identiek zijn bij
gebruik van een incrementele encoder.
[2] Auto
De frequentieregelaar past de offset van de
Every
motorhoek automatisch aan bij elke start of
Start
wanneer de motorgegevens worden gewijzigd.
MG33MK10
Programmeerhandleiding
1-07 Motor Angle Offset Adjust
Range:
[3] Off
3.3.2 1-1* Motorselectie
LET OP
De parameters in deze parametergroep kunnen niet
worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
3.3.3 Setup asynchrone motor
Voer de volgende motorgegevens in. Deze informatie is te
vinden op het motortypeplaatje.
1.
2.
3.
4.
5.
Bij gebruik van de fluxmodus of, voor optimale prestaties,
+
de VVC
volgende parameters in te stellen. U vindt de gegevens op
het motordatablad (deze gegevens staan gewoonlijk niet
op het motortypeplaatje). Voer een volledige AMA uit via
parameter 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA) [1]
Volledige AMA insch. of stel de parameters handmatig in.
Parameter 1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe) wordt altijd
handmatig ingevoerd.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Toepassingsspecifieke aanpassing bij gebruik van VVC
+
VVC
is de meest robuuste regelmodus. Deze biedt in de
meeste situaties optimale prestaties zonder verdere
aanpassingen. Voer een volledige AMA uit voor de beste
prestaties.
Toepassingsspecifieke aanpassing bij gebruik van de
fluxmodus
De fluxmodus is de regelmodus bij uitstek voor optimale
asprestaties in dynamische toepassingen. Voer een AMA
uit, aangezien deze regelmodus nauwkeurige motorge-
gevens vereist. Afhankelijk van de toepassing kunnen
verdere aanpassingen noodzakelijk zijn.
Danfoss A/S © 05/2015 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
Als u deze optie selecteert, wordt de automa-
tische aanpassing van de offset uitgeschakeld.
Parameter 1-20 Motorverm. [kW] of
parameter 1-21 Motorverm. [PK].
Parameter 1-22 Motorspanning.
Parameter 1-23 Motorfrequentie.
Parameter 1-24 Motorstroom.
Parameter 1-25 Nom. motorsnelheid.
-modus zijn extra motorgegevens nodig om de
Parameter 1-30 Statorweerstand (Rs).
Parameter 1-31 Rotorweerstand (Rr).
Parameter 1-33 Statorlek-reactantie (X1).
Parameter 1-34 Rotorlekreactantie (X2).
Parameter 1-35 Hoofdreactantie (Xh).
Parameter 1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe).
3
3
+
.
37