Parameterbeschrijving
LET OP
Gebruik geen overspanningsbeveiliging wanneer u de
PID-droopfunctie gebruikt (selecteer [0] Uitgesch. in
parameter 2-17 Overspanningsreg.).
3
3
LET OP
Als de snelheidsreferentie lager is dan de waarde in
parameter 7-01 Speed PID Droop, zal de frequentiere-
gelaar de PID-droopfactor gelijkstellen aan de
snelheidsreferentie.
Voorbeeld voor een PM-motor
In een setup met de volgende configuratie:
•
Referentiesnelheid = 1500 tpm.
•
Parameter 7-01 Speed PID Droop = 50 tpm.
De frequentieregelaar levert de volgende uitgang:
Belasting op de motor
0%
100%
100% generatorbelasting
Tabel 3.23 Uitgang met snelheids-PID=droop
Daarom wordt droop soms ook negatieve slipcompensatie
genoemd (de frequentieregelaar verlaagt de uitgang in
plaats van deze te verhogen).
Snelheidstrim
De snelheidstrimfunctie is een aanvulling op de snelheids-
PID-droop. De snelheidstrim biedt koppeldeling met
nauwkeurige snelheid tot 0 tpm. Voor deze functie moeten
analoge signalen worden bedraad.
Bij snelheidstrim werkt de masterfrequentieregelaar met
normale snelheids-PID zonder droop. De volger-frequentie-
regelaars gebruiken de snelheids-PID-droop, maar in plaats
van te reageren op hun eigen belasting, vergelijken ze hun
eigen belasting met de belasting van andere frequentiere-
gelaars in het systeem en gebruiken ze die gegevens als
ingang voor de snelheids-PID-droop.
Een setup met één bron, waarbij de masterfrequentiere-
gelaar informatie over het koppel naar alle volgers stuurt,
wordt begrensd door het aantal beschikbare analoge
uitgangen op de masterfrequentiregelaar. Het is mogelijk
om een cascaderegelingsprincipe te gebruiken. Hierdoor
wordt deze beperking overwonnen, maar de regeling
wordt er minder snel en minder nauwkeurig door.
De masterfrequentieregelaar werkt in de snelheidsmodus.
De volger-frequentieregelaars werken in de
snelheidsmodus met snelheidstrim. De trimfunctie gebruikt
koppelgegevens uit alle frequentieregelaars in het systeem.
122
®
VLT
AutomationDrive FC 301/302
Uitgang
1500 tpm
1450 tpm
1550 tpm
Danfoss A/S © 05/2015 Alle rechten voorbehouden.
7-01 Speed PID Droop
De droopfunctie stelt de frequentieregelaar in staat om het
motortoerental evenredig aan de belasting te verlagen. De
droopwaarde is recht evenredig aan de belastingswaarde.
Gebruik de droopfunctie wanneer meerdere motoren mechanisch
zijn aangesloten en de belasting op de motoren kan verschillen.
Zorg dat parameter 1-62 Slipcompensatie een standaardinstelling
heeft.
Range:
0 RPM
[0 - 200 RPM]
*
7-02 Snelheids-PID, prop. versterking
Range:
Functie:
Size
[0 -
Stel de proportionele versterking voor de
related
1 ]
snelheidsregelaar in. De proportionele
*
versterking versterkt de fout (dat wil zeggen de
afwijking tussen het terugkoppelingssignaal en
het setpoint). Deze parameter wordt gebruikt
met de regelingen [0] Snelh. zndr terugk. en [1]
Snelh. met terugk. die worden ingesteld in
parameter 1-00 Configuratiemodus. Een hoge
versterking zorgt voor een snelle regeling. Door
verhoging van de versterking wordt het proces
minder stabiel.
Gebruik deze parameter voor waarden met 3
decimalen. Gebruik parameter 3-83 Snelle stop S-
rampverh. bij decel. start voor waarden met 4
decimalen.
7-03 Snelheids-PID, integratietijd
Range:
Functie:
Size
[1.0 -
Stel de integratietijd voor de snelheidsre-
related
20000
geling in; deze bepaalt hoe snel de interne
*
ms]
PID-regelaar fouten corrigeert. Hoe groter de
fout, hoe sneller de versterking toeneemt. De
integratietijd zorgt voor een vertraging van
het signaal en heeft dus een dempend effect.
Daarom kan hij worden gebruikt om een
snelheidsfout in stabiele toestand te
elimineren. Een korte integratietijd zorgt voor
een snelle regeling. Als de integratietijd
echter te kort is, kan het proces instabiel
worden. Een extreem lange integratietijd
schakelt de integratieactie uit en zal leiden
tot aanzienlijke afwijkingen van de vereiste
referentie, aangezien de procesregelaar te
veel tijd nodig heeft om fouten te reguleren.
Deze parameter wordt gebruikt met de
regelingen [0] Snelh. zndr terugk. en [1] Snelh.
met terugk. die worden ingesteld in
parameter 1-00 Configuratiemodus.
Functie:
Voer de droopwaarde in
bij 100% belasting.
MG33MK10