Parameterbeschrijving
5-40 Functierelais
Option:
[39]
Volgfout
3
3
[40]
Buiten ref.bereik
[41]
Onder ref, laag
[42]
Boven ref, hoog
[43]
Uitgebr PID-begr
[45]
Busbest.
[46]
Busbest, 1 bij t-o
[47]
Busbest, 0 bij t-o
[51]
MCO-gestuurd
[60]
Comparator 0
[61]
Comparator 1
102
®
VLT
AutomationDrive FC 301/302
Functie:
naar een regeling zonder terugkop-
peling.
Wanneer het verschil tussen het
berekende toerental en het actuele
toerental in parameter 4-35 Volgfout
groter is dan de ingestelde waarde, is
de digitale uitgang/het relais actief.
Actief wanneer het actuele toerental
buiten de instellingen in
parameter 4-52 Waarschuwing snelheid
laag tot en met
parameter 4-55 Waarsch: referentie hoog
ligt.
Actief wanneer het actuele toerental
lager is dan de ingestelde snelheidsre-
ferentie.
Actief wanneer het actuele toerental
hoger is dan de ingestelde snelheidsre-
ferentie.
Bestuurt de digitale uitgang/het relais
via een bus. De status van de uitgang
wordt ingesteld in
parameter 5-90 Digitale & relaisbesturing
bus. De uitgangsstatus wordt vastge-
houden in geval van een bustime-out.
Bestuurt uitgang via bus. De status van
de uitgang wordt ingesteld in
parameter 5-90 Digitale & relaisbesturing
bus. Als er een bus time-out optreedt,
wordt de uitgangsstatus ingesteld op
hoog (aan).
Bestuurt uitgang via bus. De status van
de uitgang wordt ingesteld in
parameter 5-90 Digitale & relaisbesturing
bus. Als er een bus time-out optreedt,
wordt de uitgangsstatus ingesteld op
laag (Uit).
Actief wanneer een MCO 102 of VLT
Motion Control MCO 305 is
aangesloten. De uitgang wordt
bestuurd via de optie.
Zie parametergroep 13-1*
Comparatoren. De uitgang wordt hoog
als comparator 0 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parametergroep 13-1*
Comparatoren. De uitgang wordt hoog
als comparator 1 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Danfoss A/S © 05/2015 Alle rechten voorbehouden.
5-40 Functierelais
Option:
[62]
Comparator 2
[63]
Comparator 3
[64]
Comparator 4
[65]
Comparator 5
[70]
Log. regel 0
[71]
Log. regel 1
[72]
Log. regel 2
[73]
Log. regel 3
[74]
Log. regel 4
[75]
Log. regel 5
®
[80]
SL dig. uitgang A
[81]
SL dig. uitgang B
[82]
SL dig. uitgang C
Functie:
Zie parametergroep 13-1*
Comparatoren. De uitgang wordt hoog
als comparator 2 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parametergroep 13-1*
Comparatoren. De uitgang wordt hoog
als comparator 3 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parametergroep 13-1*
Comparatoren. De uitgang wordt hoog
als comparator 4 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parametergroep 13-1* Smart Logic
Control. De uitgang wordt hoog als
comparator 5 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parametergroep 13-4* Smart Logic
Control. De uitgang wordt hoog als
logische regel 0 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parametergroep 13-4* Smart Logic
Control. De uitgang wordt hoog als
logische regel 1 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parametergroep 13-4* Smart Logic
Control. De uitgang wordt hoog als
logische regel 2 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parametergroep 13-4* Smart Logic
Control. De uitgang wordt hoog als
logische regel 3 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parametergroep 13-4* Smart Logic
Control. De uitgang wordt hoog als
logische regel 4 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parametergroep 13-4* Smart Logic
Control. De uitgang wordt hoog als
logische regel 5 in de SLC TRUE is. In
andere gevallen is hij laag.
Zie parameter 13-52 SL-controlleractie.
Uitgang A is laag in geval van SL-
controlleractie [32]. Uitgang A is hoog
in geval van SL-controlleractie [38].
Zie parameter 13-52 SL-controlleractie.
Uitgang B is laag in geval van SL-
controlleractie [33]. Uitgang B is hoog
in geval van SL-controlleractie [39].
Zie parameter 13-52 SL-controlleractie.
Uitgang C is laag in geval van SL-
MG33MK10