Parameterbeschrijving
13-01 Gebeurt. starten
Selecteer de booleaanse input (TRUE of FALSE) voor het activeren
van de Smart Logic Control.
Option:
Functie:
[33]
Digitale ingang
Gebruik het resultaat van digitale
DI18
ingang 18.
[34]
Digitale ingang
Gebruik het resultaat van digitale
DI19
ingang 19.
[35]
Digitale ingang
Gebruik het resultaat van digitale
DI27
ingang 27.
[36]
Digitale ingang
Gebruik het resultaat van digitale
DI29
ingang 29.
[37]
Digitale ingang
Gebruik het resultaat van digitale
DI32
ingang 32.
[38]
Digitale ingang
Gebruik het resultaat van digitale
DI33
ingang 33.
[39]
Startcommando
Er wordt een startcommando gegeven.
[40]
Omv. gestopt
Er is een stopcommando (jog, stop,
snelle stop, vrijloop) gegeven, en niet
door de SLC zelf.
[41]
Reset uitsch.
Er wordt een reset gegenereerd.
[42]
Autoreset uitsch.
Er wordt een automatische reset
uitgevoerd.
[43]
Toets OK
[OK] wordt ingedrukt. Alleen
beschikbaar op het grafische LCP.
[44]
Toets Reset
[Reset] wordt ingedrukt. Alleen
beschikbaar op het grafische LCP.
[45]
Toets links
[◄] wordt ingedrukt. Alleen beschikbaar
op het grafische LCP.
[46]
Toets rechts
[►] wordt ingedrukt. Alleen beschikbaar
op het grafische LCP.
▲
[47]
Toets omhoog
[
] wordt ingedrukt. Alleen
beschikbaar op het grafische LCP.
▼
[48]
Toets omlaag
[
] wordt ingedrukt. Alleen
beschikbaar op het grafische LCP.
[50]
Comparator 4
Gebruik het resultaat van comparator
4.
[51]
Comparator 5
Gebruik het resultaat van comparator
5.
[60]
Log. regel 4
Gebruik het resultaat van logische
regel 4.
[61]
Log. regel 5
Gebruik het resultaat van logische
regel 5.
[76]
Dig. ingang X30/2 Gebruik de waarde van x30/2 (VLT
General Purpose I/O MCB 101).
[77]
Dig. ingang X30/3 Gebruik de waarde van x30/3 (VLT
General Purpose I/O MCB 101).
MG33MK10
Programmeerhandleiding
13-01 Gebeurt. starten
Selecteer de booleaanse input (TRUE of FALSE) voor het activeren
van de Smart Logic Control.
Option:
[78]
Dig. ingang X30/4 Gebruik de waarde van x30/4 (VLT
[79]
Digital input
x46/1
[80]
Digital input
x46/3
[81]
Digital input
x46/5
[82]
Digital input
x46/7
[83]
Digital input
x46/9
[84]
Digital input
x46/11
[85]
Digital input
x46/13
[94]
RS Flipflop 0
[95]
RS Flipflop 1
[96]
RS Flipflop 2
[97]
RS Flipflop 3
[98]
RS Flipflop 4
[99]
RS Flipflop 5
[100] RS Flipflop 6
[101] RS Flipflop 7
13-02 Gebeurt. stoppen
Selecteer de booleaanse ingang (TRUE of FALSE) voor het de
deactiveren van de Smart Logic Control.
Option:
[0]
FALSE
®
[1]
TRUE
[2]
Actief
®
[3]
Binnen bereik
[4]
Op referentie
Danfoss A/S © 05/2015 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
General Purpose I/O MCB 101).
Gebruik de waarde van x46/1 (VLT
Extended Relay Card MCB 113).
Gebruik de waarde van x46/3 (VLT
Extended Relay Card MCB 113).
Gebruik de waarde van x46/5 (VLT
Extended Relay Card MCB 113).
Gebruik de waarde van x46/7 (VLT
Extended Relay Card MCB 113).
Gebruik de waarde van x46/9 (VLT
Extended Relay Card MCB 113).
Gebruik de waarde van x46/11 (VLT
Extended Relay Card MCB 113).
Gebruik de waarde van x46/13 (VLT
Extended Relay Card MCB 113).
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
Zie hoofdstuk 3.14.2 13-1*
Comparatoren.
Functie:
Zie parameter 13-01 Gebeurt.
starten voor een beschrijving van
de opties [0] FALSE-[61] Log. regel
5, see.
®
3
3
®
®
®
®
®
®
®
141