Problemen verhelpen
Probleem verhelpen
•
Stel de betreffende parameter in op een geldige
waarde.
WAARSCHUWING/ALARM 22, Mechanische rem bij
hijstoepassingen
De gegeven waarde geeft het type fout aan.
0 = de koppelreferentie werd niet bereikt binnen de
ingestelde tijd (parameter 2-27 Ramp-tijd koppel).
1 = verwachte remterugkoppeling niet ontvangen binnen
de ingestelde tijd (parameter 2-23 Vertraging remactivering,
parameter 2-25 Tijd vrijgave rem).
WAARSCHUWING 23, Fout interne ventilator
De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiliging
die controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. De
ventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via
parameter 14-53 Ventilatorbew. ([0] Uitgesch.).
Bij frequentieomvormers met DC-ventilatoren is een
terugkoppelingssensor in de ventilator gemonteerd. Dit
alarm wordt gegenereerd als de ventilator een inschakel-
commando krijgt terwijl er geen terugkoppeling van de
sensor is. Bij frequentieomvormers met AC-ventilatoren
wordt de spanning naar de ventilator bewaakt.
Probleem verhelpen
•
Controleer of de ventilator correct werkt.
•
Schakel de spanning naar de frequentieomvormer
uit en weer in en controleer of de ventilator heel
even actief is tijdens het opstarten.
•
Controleer de sensoren op het koellichaam en de
stuurkaart.
WAARSCHUWING 24, Fout externe ventilator
De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiliging
die controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. De
ventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via
parameter 14-53 Ventilatorbew. ([0] Uitgesch.).
Bij frequentieomvormers met DC-ventilatoren is een
terugkoppelingssensor in de ventilator gemonteerd. Dit
alarm wordt gegenereerd als de ventilator een inschakel-
commando krijgt terwijl er geen terugkoppeling van de
sensor is. Bij frequentieomvormers met AC-ventilatoren
wordt de spanning naar de ventilator bewaakt.
Probleem verhelpen
•
Controleer of de ventilator correct werkt.
•
Schakel de spanning naar de frequentieomvormer
uit en weer in en controleer of de ventilator heel
even actief is tijdens het opstarten.
•
Controleer de sensoren op het koellichaam en de
stuurkaart.
WAARSCHUWING 25, Kortsluiting remweerstand
De remweerstand wordt bewaakt tijdens bedrijf. Als er
kortsluiting optreedt, wordt de remfunctie uitgeschakeld
en wordt de waarschuwing gegenereerd. De frequentieom-
MG33MK10
Programmeerhandleiding
vormer functioneert nog steeds, maar zonder de
remfunctie.
Probleem verhelpen
•
WAARSCHUWING/ALARM 26, Begrenzing remweerstands-
vermogen
Het vermogen dat naar de remweerstand wordt overge-
bracht, wordt berekend als een gemiddelde waarde over
de laatste 120 s van de bedrijfstijd. De berekening is
gebaseerd op de DC-tussenkringspanning en de in
parameter 2-16 AC-rem max. stroom ingestelde waarde van
de remweerstand. De waarschuwing wordt gegenereerd
wanneer het afgegeven remvermogen hoger is dan 90%
van het vermogen van de remweerstand. Als [2] Uitsch. is
geselecteerd in parameter 2-13 Bewaking remvermogen,
wordt de frequentieregelaar uitgeschakeld wanneer het
afgegeven remvermogen 100% bereikt.
WAARSCHUWING/ALARM 27, Remchopperfout
De remtransistor wordt bewaakt tijdens bedrijf; in geval
van kortsluiting wordt de remfunctie uitgeschakeld en
wordt een waarschuwing gegenereerd. De frequentiere-
gelaar blijft nog wel actief, maar door de kortsluiting van
de remtransistor gaat er veel vermogen naar de
remweerstand, ook als deze niet actief is.
Probleem verhelpen
•
WAARSCHUWING/ALARM 28, Remtest mislukt
De remweerstand is niet aangesloten of werkt niet.
Controleer parameter 2-15 Remtest.
Alarm 29, Temp. koellichaam
De maximumtemperatuur van het koellichaam is
overschreden. De temperatuurfout wordt pas gereset
wanneer de temperatuur van het koellichaam is gezakt tot
onder een vooraf ingestelde waarde. De punten van
uitschakelen (trip) en resetten zijn afhankelijk van het
vermogen van de frequentieomvormer.
Probleem verhelpen
Controleer op de volgende condities.
•
•
•
•
•
•
Danfoss A/S © 05/2015 Alle rechten voorbehouden.
Onderbreek de voeding naar de frequentieom-
vormer en vervang de remweerstand (zie
parameter 2-15 Remtest).
Onderbreek de voeding naar de frequentiere-
gelaar en verwijder de remweerstand.
Te hoge omgevingstemperatuur.
Te lange motorkabels.
Onvoldoende vrije ruimte voor luchtcirculatie
boven en onder de frequentieomvormer.
Geblokkeerde luchtstroming rondom de frequen-
tieomvormer.
Beschadigde ventilator koellichaam.
Vuil koellichaam.
5
5
235