Inhoudsopgave
Advertenties
nl Montagehandleiding
¡ Wanneer de randaardestekker na de inbouw niet
meer toegankelijk is, moet de geïnstalleerde elektri-
sche installatie volgens de opbouwvoorschriften in
de fasen worden voorzien van een separator.
22.7 LAN-aansluiting op het thuisnetwerk
Dit apparaat is geschikt voor netwerken. U kunt het ap-
paraat middels een LAN-kabel op het thuisnetwerk aan-
sluiten. Een LAN-kabel is niet inbegrepen in de leve-
ring.
LAN-aansluiting realiseren
Steek voor de inbouw van het apparaat een LAN-ka-
1.
bel in de aansluiting op de achterkant van het appa-
raat.
Borg de LAN-kabel met de trekontlasting.
2.
Sluit de LAN-kabel aan op een netwerkaansluiting.
3.
22.8 Wateraansluiting
Het apparaat is uitgerust met een tegen terugslag be-
veiligde, VDE-goedgekeurde wateraansluiting. Een aan-
sluitarmatuur met een terugslagklep is niet vereist.
¡ Houd de voorschriften van het lokale waterbedrijf in
acht.
¡ Sluit het apparaat uitsluitend met behulp van de
meegeleverde wateraansluitset aan op het waterlei-
dingnet. Geen wateraansluitset van een ander appa-
raat hergebruiken.
¡ Installeer om de frequentie van het ontkalken bij
zeer hard water te reduceren, een geschikte water-
onthardingsinstallatie in uw huishouden of een wa-
terfilter voor het apparaat. Het waterfilter GF111100
kunt u verkrijgen via de service.
Water aansluiten
Sluit het apparaat alleen aan op een eigen koudwa-
▶
teraansluiting die altijd toegankelijk is en zich niet di-
rect achter het apparaat bevindt.
Toevoerslang: aansluitdraad ISO228 -
‒
G 3/4'' (26,4 mm)
Waterdruk 2-10 bar (0,2-1,0 MPa)
‒
Doorstroomhoeveelheid: minimaal 10 liter per mi-
‒
nuut
22.9 Afvoerwateraansluiting
Het apparaat is uitgerust met een afvoerslang.
Aanwijzingen met betrekking tot de afvoerslang:
¡ De inwendige diameter van de afvoerslang bedraagt
38°mm.
¡ Zorg ervoor dat de afvoerslang niet langer is dan
5 m.
56
Afvoerwateraansluiting realiseren
Zorg voor een sifon op de waterafvoeraansluiting.
1.
Zorg ervoor dat de aansluiting op de sifon altijd toe-
gankelijk is en zich niet direct achter het apparaat
bevindt.
Zorg ervoor dat de waterafvoeraansluiting minstens
2.
100 mm lager is dan de apparaatafvoer.
Leg de afvoerslang op geen enkele plek lager dan
3.
500 mm onder de waterafvoer.
De aansluiting van de waterafvoer mag niet hoger
4.
zijn dan het apparaat.
Leg de afvoerslang op geen enkele plek hoger dan
5.
de onderkant van het apparaat.
Advertenties
Inhoudsopgave
