Eindschakelaars, referentienokken en nulpunt van de machine
3.4
Eindschakelaars, referentienokken en nulpunt van de machine
Software-eind-
Software-eindschakelaars dienen als extra veiligheidsfunctie, waarmee u de grenzen
schakelaars
van het traject vastlegt. Let op de volgende aanwijzingen:
•
•
•
Referentienokken
•
Nulpunt van de
•
machine
•
Op deze manier kunt u het nulpunt van de machine veranderen, zonder het referentie-
punt te moeten verschuiven.
®
MOVIDRIVE
Uitgebreide buspositionering
De software-eindschakelaars moeten binnen het traject van de hardware-eindscha-
kelaars liggen.
Bewegingscommando's waarvan de doelposities buiten de software-eindschake-
laars liggen, worden niet uitgevoerd.
Wordt via een veldbus een doelpositie ingevoerd, die buiten de software-eindscha-
kelaars ligt, dan wordt de foutmelding F78 'IPOS SW limit switch' gegenereerd. Deze
foutmelding moet met een reset bevestigd worden, daarbij gaat het refereren van de
aandrijving verloren.
Als u met een absolute encoder positioneert, gaat de positiewaarde door de reset
niet verloren. Voer eerst een nieuwe doelpositie in binnen de software-eindschake-
laars en geef dan een reset-commando, anders wordt fout F78 opnieuw gegene-
reerd.
Let er bij het vastleggen van het referentiepunt (positie van het referentiepunt) en van
de eindschakelaars op, dat deze elkaar niet overlappen. Bij overlapping wordt bij het
refereren de foutmelding F78 'IPOS SW-eindschakelaar' gegenereerd.
Moet het nulpunt van de machine (= referentiepunt voor de buspositionering) niet op
het referentiepunt liggen, dan moet u bij de inbedrijfstelling van de 'Uitgebreide bus-
positionering' een referentie-offset invoeren.
De formule luidt: nulpunt van de machine = referentiepunt + referentie-offset.
3
15