3
Voorwaarden
10
•
Externe encoder
®
Met MOVIDRIVE
compact MCV/MCS41A kunnen geen absolute encoders ver-
werkt worden. Bij toepassingen met een krachtsluitende verbinding tussen motoras
en last kunnen daarom alleen incrementele encoders met signalen overeenkomstig
RS-422 (5V TTL) als externe encoder gebruikt worden.
– Vormsluitende (= slipvrije) verbinding tussen motoras en lastwerktuig: geen ex-
terne encoder noodzakelijk. Wilt u ook bij vormsluitende verbinding met een ex-
terne encoder positioneren, dan moet u op dezelfde manier te werk gaan als bij
een krachtsluitende verbinding.
– Krachtsluitende (= onder omstandigheden slippende) verbinding tussen motoras
en lastwerktuig: behalve de encoder/resolver op de motor is er een externe enco-
der nodig.
– Incrementele encoder als externe encoder → aansluiting X14 op het basisap-
paraat.
– Alleen bij MOVIDRIVE
der → aansluiting X62 op optiekaart DIP11A.
In de DIP-keuzelijst (→ systeemhandboek MOVIDRIVE
schrijving P950) zijn de toegelaten absoluut-encoders opgegeven.
•
Mogelijke combinaties MOVIDRIVE
verbinding
externe encoder noodza-
motoras-lastwerktuig
type externe encoder
referentiebeweging
bustype
→ vereiste optie
®
Verdere MOVIDRIVE
optie vereist
•
Mogelijke combinaties MOVIDRIVE
verbinding
motoras-lastwerktuig
type externe encoder
referentiebeweging
®
MDV/MDS60A: absolute encoder als externe enco-
®
MDV/MDS60A:
vormsluitend, geen
krachtsluitend, externe encoder noodzakelijk
kelijk
-
incrementele encoder
ja
PROFIBUS DP (12 MBaud) → DFP21A
PROFIBUS FMS/DP → DFP11A
INTERBUS LWL → DFI21A
nee
®
compact MCV/MCS41A:
vormsluitend, geen externe
encoder noodzakelijk
-
ja
MOVIDRIVE
®
MD_60A, parameterbe-
absolute encoder
ja
nee
kaart absolute encoder
nee
type DIP11A
krachtsluitend, externe encoder
noodzakelijk
incrementele encoder
ja
®
Uitgebreide buspositionering